"All music is folk music. I ain't never heard no horse sing a song" Louis Armstrong

donderdag 24 december 2015

Folklantern Jaarlijst 2015


 
Dit was het jaar waarin ik Folklantern sloot en verder voor www.johnnysgarden.nl schreef. Nog eenmaal open ik het blog voor mijn jaarlijst.
 

             1. Olivia Chaney, The Longest River



Ruim vijf jaar geleden ontdekte ik de bijzondere stem van Olivia Chaney. Meteen werd ik hongerig naar werk van haar hand. Samen met producer Leo Adams, (o.a. David Byrne, Brian Eno en de Smoke Fairies), nam Olivia Chaney haar debuutalbum The Longest River op. Het album is een fascinerende mix van traditionals, covers, zelfgeschreven werk en een enkel klassiek stuk. Chaney laat zonder enige terughoudendheid de invloed van Joni Mitchell naar de oppervlakte komen. Net als Mitchell heeft ze het hart op de tong. Zonder schroom laat ze de luisteraar via haar teksten delen in haar persoonlijke ervaringen en twijfels. Alles op het album is erop gericht om de emoties zo direct mogelijk aan de luisteraar over te brengen. Olivia Chaney presenteert zich met The Longest River als één van de belangrijkste talenten van de Britse folk. Deze vrouw groeit toekomstig uit tot één van de echt grote artiesten.

            2. Hannah Sanders, Charms Against Sorrow

 



Bij het samenstellen van het album liet Hannah Sanders zich leiden door de liedjes die ze uit haar jeugd kent. Het geselecteerde materiaal bestaat uit traditionele stukken aangevuld met een enkele cover. Ben Savage (Willows) is verantwoordelijk voor de transparante productie waarin akoestische gitaar, dobro, cello en dulcimer centraal staan. De verbindende factor is de prachtige stem van Hannah Sanders. Zowel in muzikaal als in vocaal opzicht klinkt Charms Against Sorrow als een trans-Atlantisch geheel. Ze nam het debuutalbum op in een oude molen, in een landelijk gelegen cottage en aan de keukentafel. Ze streefde ernaar zowel de levendigheid als de intimiteit van het gebodene aan de luisteraar over te brengen. Dit is haar ronduit gelukt. Zonder twijfel, Charms Against Sorrow is het fraaiste album dat ik in maanden hoorde.




3. Marry Waterson & David A. Jaycock, Two Wolves



 

Broer Oliver Knight was voor het derde album Two Wolves niet beschikbaar. Marry Waterson zocht de samenwerking met de uit Cornwall afkomstige kluizenaar David A. Jaycock. Hij neemt o.a. toetsen, percussie en achtergrondvocalen voor zijn rekening. Gitarist Neil Maccoll is samen met Kate St. John verantwoordelijk voor de productie van het album. Zij levert naast achtergrondvocalen o.a. hobo, piano en accordeon aan. De fraaie mix van instrumenten en veelstemmige vocalen levert regelmatig een aan het begin van de jaren zeventig herinnerend geluidsbeeld op.
Two Wolves laat zich als een veelkleurig en hecht samenhangend geheel beluisteren waarbij er over de gehele linie sprake is van bijzonder sterk materiaal. De dromerige vocalen van Marry Waterson accentueren de pastorale inslag van het geheel dat nergens anders dan in Engeland zijn oorsprong zou hebben kunnen vinden. In de raadselachtige teksten verwerkt Marry op subtiele wijze gevarieerde soms ijle droombeelden. Met Two Wolves wekt zij een melodieus vertolkt en betoverend klinkend universum tot leven.
 
4. Spiro, Welcome Joy and Welcome Sorrow

 

 

Met Welcome Joy and Welcome Sorrow, geïnspireerd op een gedicht van John Keats, presenteerde dit uit Bristol afkomstige kwartet het nieuwe album. Men heeft zich door de jaren heen in experimentele door folk beïnvloede akoestische muziek gespecialiseerd. Het kwartet bestaat uit Jane Harbour (viool), Alex Vann (mandoline), Jason Sparks (piano, accordeon) en John Hunt (gitaar, cello). Binnen hun werk spelen repeterende patronen een grote rol. De link naar de minimal music van bijvoorbeeld Steve Reich en Phillip Glass is dan ook snel gelegd. Een verwijzing naar min of meer vergelijkbare bands als Pinguin Cafe Orchestra of Arlet ligt tevens voor de hand. De zich herhalende muzikale patronen bewegen op Welcome Joy and Welcome Sorrow langs elkaar heen als wolken aan de hemel. Spiro brengt op het album uiterst levendige muziek. Men maakt hierbij meesterlijk gebruik van dynamiek, licht en donker. De nauwgezet opgebouwde stukken zijn zonder uitzondering schitterend gespeeld.

            5. Darrell Scott, 10 (Songs of Ben Bullington)
 

6. Tigran Hamasyan & The Yerevan State Chamber Choir, Luys I Luso


Sommige musici maken in korte tijd een enorme ontwikkeling door. Dit geldt zeker voor de uit Armenië afkomstige Tigran Hamasyan. Luys i Luso telt als ware het een oase binnen de sacrale muziek een aantal poëtisch klinkende pianostukken. Net als op de rest van het album baseert Tigran zich met zijn pianospel niet slechts op de oorspronkelijk uitgeschreven muziek. Hij verrijkt het geheel tevens met improviserend tot stand gekomen toevoegingen. Voor de buitengewoon mooie hymnen en meeslepende gezangen riep Hamasyan de hulp in van het Yerevan State Chamber Choir. De bedwelmend fraaie vocalen klinken soms als uit vervlogen tijden. Elders brengt men, binnen bijvoorbeeld een uit de twaalfde eeuw afkomstig stuk, welhaast modern klinkende accenten aan. Gedurende het gehele album weerklinkt subtiel de jazz achtergrond van Tigran door het gebrachte materiaal heen. Met Luys i Luso (Light from Light) brengt Hamasyan een bijzonder fraai klinkende collectie gewijde muziek waarmee de donkere wintermaanden flonkerend bijgelicht worden.
 
           7. Sokratis Sinopoulos Quartet, Eight Winds

 
De in 1974 in Athene geboren Sokratis Sinopoulos studeerde aanvankelijk klassieke gitaar, Byzantijnse muziek en volksmuziek. Vanaf zijn veertiende levensjaar richtte hij zijn aandacht op de lyra, een Griekse knieviool. Voor zijn nieuwe werkstuk Eight Winds wenst Sinopoulos met zijn kwartet diverse aspecten van de Griekse muziek door de tijden heen aan bod te laten komen. Hij wordt hierbij geholpen door Yann Keerim (piano), Dimitris Tsekouras (contrabas) en Dimitris Emmanouil (drums). Het album werd in april 2014 binnen de Sierra Studios in Athene opgenomen. De productie was in handen van Manfred Eicher. Zoals te toen gebruikelijk weet hij het geheel in een bijzonder fraaie transparante productie te vatten. Alle instrumenten komen geheel tot hun recht waarbij de lyra als kompas dienst doet. Zonder de fijnzinnige klanken van piano, contrabas en drums tekort te willen doen voert Sokratis Sinopoulos op Eight Winds met zijn lyra de boventoon. Hij weet hierbij grote hoogtes te bereiken en tevens de luisteraar ademloos aan zich te binden.
 
8. James Elkington & Nathan Salsburg, Ambsace
 
 
De in Engeland geboren James Elkington ontmoette een aantal jaren geleden de uit Kentucky afkomstige gitarist Nathan Salsburg. Beiden vonden elkaar in Chicago en delen een passie voor akoestische gitaarduetten. Elkington speelde met o.a. Richard Thompson en Jeff Tweedy. Salsburg begeleidde o.a. Joan Shelley en is een van de beheerders van de muzikale nalatenschap van het Alan Lomax. Dit jaar presenteerde het duo Elkington & Salsburg het tweede album Ambsace. Het materiaal werd, behoudens drie covers, door Elkington & Salsburg gecomponeerd. Het geheel werd gedurende twee sessies op de zolder van James Elkington opgenomen. Naast de akoestische gitaren van beide heren zijn staande bas, viool en een enkel percussie instrument te beluisteren. Met sierlijke en warme melodieën weten James Elkington & Nathan Salsburg zich moeiteloos een weg naar mijn gehoor te banen. Voor liefhebbers van akoestische gitaarmuziek, een album om de vingers bij af te likken.
      
          9. Martin Simpson, Andy Cutting & Nancy Kerr, Murmurs
 
 
 
 
10.   Daniel Bachman, River
 
 

Dit jaar presenteerde de Amerikaanse gitarist Daniel Bachman zijn album River. Her en der werd het geheel aan het werk van de in 2001 overleden gitarist John Fahey gelinkt. Daniel Bachman liet zich bij zowel de opener als de afsluiter Won’t You Cross To That Other Side door natuurkrachten inspireren. Hij vertolkt op overtuigende wijze de machtig kolkende rivier in al zijn facetten. Met het eveneens robuust klinkende Levee, geschreven door Jack Rose, brengt Bachman een saluut aan zijn collega gitarist. De eveneens uit Virginia afkomstige country blues gitarist William Moore (1893-1951) wordt geëerd met een versie van het door hem geschreven Old Country Rock. Daniel Bachman brengt met River een eerbetoon aan zijn inspiratiebronnen. Hij neemt de luisteraar op mee naar de prachtige natuur van zijn geboortestaat Virginia. Laat je meevoeren op de overweldigende stroom van dit gedreven en bezield klinkende akoestische gitaaralbum.
 
 
 
 

 
 
 
 
 
 
 

 
 

 
 
 
 
 
 

 

 

 

 

dinsdag 24 november 2015

Bye, bye.

Dit is het laatste bericht op Folklantern. Onlangs heb ik besloten om het blog te sluiten. Het vrijwel wekelijks schrijven van een recensie leek steeds meer op “moeten” dan op “mogen”. Daarbij verschuift mijn muzikale voorkeur steeds meer richting wereldmuziek, jazz en klassiek. Ook neem ik graag de tijd voor het lezen van een boek.

Met enige regelmaat zal ik voor JohnnysGarden blijven schrijven. Ik verwijs de lezer dan ook met genoegen naar www.johnnysgarden.nl





Bye, bye.


Hans Jansen.

zondag 22 november 2015

Marry Waterson & David A Jaycock, Two Wolves

Ruim acht jaar geleden nam Oliver Knight samen met zijn zus Marry Waterson deel aan het in memoriam concert voor hun moeder Lal Waterson. Samen met zus Norma Waterson en Martin Carthy maakte zij deel uit van de legendarische Waterson/Carthy familie die ook Eliza Carthy onder de gelederen heeft. Het concert vormde de opmaat voor het in 2011 verschenen Waterson & Night-debuut, The Days That Shaped Me. Het afwisselende geheel liet zich als een intieme hommage aan Lal Waterson beluisteren. Een jaar later kozen beiden met het tweede album Hidden voor een breder blikveld. Men vlinderde van folk naar music-hall, jaren veertig swing, ragtime en ska.

 
Broer Oliver Knight was voor het derde album Two Wolves niet beschikbaar. Marry Waterson zocht de samenwerking met de uit Cornwall afkomstige kluizenaar David A. Jaycock. Hij werkte in het verleden met James Yorkston en was verantwoordelijk voor een geheel eigen bewerking van Yoke Yellow Legged, afkomstig van het debuutalbum. Hij neemt o.a. toetsen, percussie en achtergrondvocalen voor zijn rekening. Gitarist Neil Maccoll is samen met Kate St. John verantwoordelijk voor de productie van het album. Zij levert naast achtergrondvocalen o.a. hobo, piano en accordeon aan. De fraaie mix van instrumenten en veelstemmige vocalen levert regelmatig een aan het begin van de jaren zeventig herinnerend geluidsbeeld op.

David A. Jaycock betitelt zichzelf als “psychedelic freak-ball”. Ondanks deze geuzennaam verzandt het album echter nergens, maar legt Waterson juist de lat iets hoger.


Op beide voorgaande albums was een grotere stilistische verscheidenheid te horen. Two Wolves laat zich als een veelkleurig en hecht samenhangend geheel beluisteren, waarbij er over de gehele linie sprake is van bijzonder sterk materiaal. De dromerige vocalen van Marry Waterson accentueren de pastorale inslag van het geheel, dat nergens anders dan in Engeland zijn oorsprong zou hebben kunnen vinden. Naast Neil Maccoll (zoon van de Britse folkzanger Ewan Maccoll) is op een enkel stuk Kami Thompson (dochter van Richard & Linda Thompson) te horen. Hiermee is de tweede generatie van de Waterson, Maccoll & Thompson familie compleet. Door tekstfragmenten afkomstig van haar hand te verwerken brengt Marry ook op Two Wolves een eerbetoon aan Lal Waterson. Daarnaast brengt ze hernieuwd hulde aan haar in 2011 overleden oom Mike Waterson. Tevens laat zij zich inspireren door het werk van Dylan Thomas en de liedjes van Fred Astaire en Billie Holliday.

De afgelopen jaren maakte Waterson ontroerende muziekvideo’s en was zij actief als grafisch ontwerpster. Zij ontwierp tevens de bijzonder fraaie verpakking van dit album. In haar raadselachtige teksten verwerkt Marry op subtiele wijze gevarieerde soms ijle droombeelden. Met Two Wolves wekt zij een melodieus vertolkt en betoverend klinkend universum tot leven.


Hans Jansen

Website http://marrywaterson.com/
Releasedatum 20 november 2015 One Little Indian
 

zaterdag 10 oktober 2015

Gregory Page - Let's Fall In Love

Ik werd vorig jaar omver geblazen door het schitterende album One Journey Home van de in Engeland geboren maar in San Diego, Amerika woonachtige Gregory Page. Page is een romanticus, een crooner, een dromer en nostalgicus. Met zijn liedjes diep geworteld in de vaudeville, folk en Tin Pan Alley van begin vorige eeuw, weet hij de luisteraar passievol mee te nemen naar lang vervlogen tijden. Page is de kleinzoon van Dave Page die in de jaren dertig van de vorige eeuw een bekend professioneel uileann piper speler was in de Ierse muziek. Hij groeide op met deze Ierse muziek en verhalen aan de ene kant en de meer jazz gerichte muziek van o.a. Bessie Smith, Sarah Vaughan en Billie Holiday aan de andere kant. In 1976 verhuisde hij naar Amerika, naar het zuiden van Californië. Hier begint hij aan zijn eigen muziek te werken. Muziek die hij inmiddels zelf bestempelt als Modern Nostalgia. In de loop der jaren werkte hij, naast aan zijn eigen muziek, met o.a. Jason Mraz, A.J Croce, Jewel en Tom Brousseau.


De sfeer van Page zijn albums zijn doordrenkt van bovenstaande invloeden en daarbovenop zitten ze vol met universele thematiek, onschuld en met een eigentijdse invulling gebracht. Zijn live shows zijn een sprong terug in het verleden, altijd getooid met een pak en gleufhoed uit de jaren twintig van de 20e eeuw en een kruising tussen een vaudeville cabaret show en een old time folk revival. Inmiddels heeft hij de voorbije vijfentwintig jaar een pak aan albums op de markt geslingerd. Zijn vorige album One Journey Home was een eerbetoon aan zijn opa, de Ierse verhalen en muziek. De big band cd Shine, Shine, Shine liet in 2012 de jazz kant van Page horen. Nu ligt er dan Let's Fall In Love, een album dat meer aansluit bij de jazz kant van Page dan bij de folk kant. Het is een album met tien smaakvolle songs die bovenal tijdloos zijn en verhalen herbergen die naast humoristische poëzie vooral het perfecte tegengif bieden voor ons huidige en hectische bestaan.

Het album, volgens Page een 'classic collection of romantic love songs', opent met het Waits achtige More Than You Know dat ook op Closing Time of The Heart Of Saturday Night niet had misstaan. Vervolgd word er met I Don't Want To Set The World On Fire, een melodieus, door piano gedragen nummer. The Glory Of Love is meer up tempo en in een vaudeville/cabaret sfeer gesetteld, met That's You word er vervolgens weer wat gas teruggenomen waarbij Sky Ladd's toch al magnifieke pianospel ten volle tot uiting komt. Verder zijn I Can't Give You Everything, met mooi saxofoon spel, het vrolijke When You're Smiling en Three Words To Say het vermelden waard. Afgesloten word er met het instrumentale en gedragen Cup Of Moonlight.


Page heeft met Let's Fall In Love een mooi vervolg gegeven aan zijn indrukwekkende discografie. Niet zo avontuurlijk als zijn voorganger en ook niet zo spannend als bijvoorbeeld Shine, Shine, Shine. De focus ligt hier op de jazz kant daar waar persoonlijke favorieten zoals Love Made Me Drunk, Promise Of A Dream, Heartstrings en My True Love wat meer uitgebalanceerd opgezet zijn en alle kanten van Page laten zien en horen. Maar.....Page is een unieke songwriter die een constante kwaliteit binnen zijn werk weet te bieden. Ook op dit album weet hij in roerige en hectische tijden een alternatief te bieden. Aandacht voor het positieve in het leven en vooral de liefde. Muziek van Gregory Page is een onthaastende beleving die een ieder die folk en jazz een warm hart toedraagt zou moeten ervaren. Derhalve, warm aanbevolen.


Arjan Post.

Website http://www.gregorypage.com/
Release datum 5 oktober 2015
 

woensdag 7 oktober 2015

Op Zoek Naar Johan, Weg Uit De Stad

Mijn wieg stond in een houten huisje aan een zandweg in Twente. Hoewel ik al jaren in een middelgrote stad woon blijf ik diep in mijn hart een plattelandsbewoner. De vooroorlogse buurt waar ik woon koester ik als een dorp. Van de laatste vakantie herinner ik mij niet zozeer het bezoek aan de stad met zijn drukte en inwisselbare winkelformules. Het vosje dat ik op weg naar de in het heuvelland verscholen abdij zag, daar gaan mijn gedachten naar uit.

De in Gemert woonachtige Martijn Kuijten zwierf jarenlang over de wereld. Op een gegeven moment had hij behoefte aan een plek ver weg van de drukte. In 2011 begon hij Nederlandstalige liedjes te schrijven. Zijn zang verraadt de Brabantse wortels waarbij zijn tongval het hoekige Nederlands rond schuurt.


Met de band Op Zoek Naar Johan debuteert Kuijten, Weg Uit De Stad is het eerste volwaardige album. De band bestaat uit Mark de Groot (mandoline, gitaar en tweede stem), Ad van Overdijk (drums en tweede stem), en Mark Lemmen (bas). Mark neemt zelf zang, gitaar en mondharmonica voor zijn rekening. Kuijten schrijft over de wereld om hem heen en de mensen die hij onderweg ontmoet. Hij schrijft het liefst kleine en persoonlijke verhalen over echte mensen. Dit wordt treffend geïllustreerd binnen De Schaduw Van De Kerk waarmee het album opent. Subtiel schetst hij het verhaal van een meisje dat zich vanwege haar seksuele geaardheid gedwongen ziet haar geliefde dorp aan de Maas te verlaten. In weerwil van de titel van het album een vlucht naar de anonimiteit van de grote stad. Het titelnummer Weg Uit De Stad valt in drieën uiteen. De welvaart en het geld klotsen tegen de plinten, we kopen ons suf “zolang de olie vloeit”. De dynamiek van de stad en het verlangen naar de rust van het platteland zijn tevens het onderwerp.

De single Als De Muziek Begint schreef Kuijten n.a.v. een concert van Dommelvolk. Tijdens het concert van die band staarde een dementerende vrouw wezenloos voor zich uit. Toen de muziek begon leefde zij helemaal op. Het is ontroerend om te zien dat muziek een heel positieve uitwerking heeft op mensen met dementie. Men kan zich vaak nog allerlei teksten en melodieën herinneren. Uiteraard ontbreekt een dranklied (Laten We Drinken) uit Bourgondisch Brabant niet. Daarnaast is er plek voor het liefdevolle Bij Jou Kom Ik Thuis waarin zowel dobro als mandoline glinsteren. Ook is er ruimte voor de ingetogen akoestische gitaarballade Die Nacht voorzien van een stemmige cello. Het album sluit af met het aangrijpende De Laatste Keer. Vandaag mag hij naar huis, zij pakt hem vast, heel stevig vast, de laatste keer…


Hoewel ik geen grootverbruiker van Brabantse muziek ben past Weg Uit De Stad wat mij betreft in het rijtje van o.a. Laagstraat 443 (JW Roy) en Caballero Zonder Filter (Björn van der Doelen). Met Weg Uit De Stad brengt Op Zoek Naar Johan intieme akoestische en dan weer stevige elektrische rootsmuziek. Het geheel is in folk en country gedrenkt waarbij de teksten van het nodige inlevingsvermogen getuigen.


Hans Jansen

Website http://wijzijnopzoeknaarjohan.nl/home/
Release datum, 10 oktober 2015 Eigen Beheer.
 

zaterdag 19 september 2015

Seckou Keita, 22 Strings

De in het zuiden van Senegal geboren Seckou Keita woont tegenwoordig afwisselend in Nottingham, Engeland en in zijn geboorteland. Naast Toumani Diabaté wordt hij beschouwd als een van de meesters op de kora; een West Afrikaanse harp. In voorgaande jaren hield Keita zich bezig met Afrikaanse muziek gecombineerd met Cubaanse, flamenco en jazz-funk invloeden. In 2013 werd het samen met harpiste Catrin Finch vervaardigde album Clychau Dibon her en der tot folk album van het jaar uitgeroepen. Het betrof een prachtige reeks van akoestische duetten waarbij Afrikaanse thema’s met melodieën afkomstig uit Wales samensmolten.


Veel West-Afrikaanse stammen kennen de zogenaamde griot; een dichter, lofzanger en muzikant. Keita werd geboren in een familie van deze bewaarders en vertellers van mondeling overgebrachte tradities. Volgens de overlevering werd de eerste kora aan Jali Mady “Wuleng” overhandigd. Het instrument had 22 snaren. Sinds het overlijden van Mady telde het instrument als herinnering aan deze bard één snaar minder. In het zuiden van Senegal bleef de kora echter over het volle aantal snaren beschikken. Seckou vernoemde zijn laatste album 22 Strings naar deze legende. De extra snaar biedt meer mogelijkheden en levert rijkere melodieën op aldus de man.

Het nieuwe album 22 Strings is samengesteld uit zelfgeschreven materiaal vergezeld van een tweetal traditionele stukken. Naast de instrumentale composities klinkt her en der de stem van Keita. Naast Afrikaanse thema’s sijpelen er tevens westerse invloeden door. Seckou slaat met afsluiter Future Strings in E andere wegen in. Hij wenst hier de kora als een waar klassiek instrument te laten klinken zonder dat het lyrische aspect van de harp verloren gaat.


Met 22 Strings brengt Seckou Keita een even ontspannen als hypnotiserend klinkend geheel, verkwikkend als een zomerbui. Het hardcover boekje waarin het album is opgenomen telt zeventien pagina’s. Een prachtig bezit.


Hans Jansen

Website http://www.seckoukeita.com/
Release datum 26 mei 2015 Arc Music
 

zaterdag 12 september 2015

Sokratis Sinopoulos Quartet, Eight Winds

De in 1974 in Athene geboren Sokratis Sinopoulos studeerde aanvankelijk klassieke gitaar, Byzantijnse muziek en volksmuziek. Vanaf zijn veertiende levensjaar richtte hij zijn aandacht op de lyra, een Griekse knieviool. Het instrument is sterk in de traditie geworteld aldus Sinopoulos. “Het is alsof je in een tijdmachine stapt die je terug brengt naar de middeleeuwen of mee op reis neemt door de geschiedenis van Griekenland en de Balkan. Ik heb jarenlang doorgebracht met het vertolken van traditionele muziek, met inbegrip van de volksmuziek tradities van de oostelijke Middellandse Zee.” In 2011 richtte hij het naar hem zelf vernoemde Sokratis Sinopoulos Quartet op. Naast Griekse volksmuziek wijdde men zich al snel aan de door Sinopoulos gecomponeerde hedendaagse muziek.


Het karakteristieke geluid van Sinopoulos’ lyra was al eerder binnen het werk van Eleni Karaindrou (The Weeping Meadow, Elegy of the Uprooting en Medea) en Loreena Mckennitt te beluisteren. Naast zijn activiteiten als musicus is Sinopoulos docent aan de afdeling muziekwetenschap en kunst aan de Universiteit van Thessaloniki. Voor zijn nieuwe werkstuk Eight Winds wenst Sinopoulos met zijn kwartet diverse aspecten van de Griekse muziek door de tijden heen aan bod te laten komen. Hij wordt hierbij geholpen door Yann Keerim (piano), Dimitris Tsekouras (contrabas) en Dimitris Emmanouil (drums). Het album werd in april 2014 binnen de Sierra Studios in Athene opgenomen. De productie was in handen van Manfred Eicher. Zoals te toen gebruikelijk weet hij het geheel in een bijzonder fraaie transparante productie te vatten. Alle instrumenten komen geheel tot hun recht waarbij de lyra als kompas dienst doet.


Het album telt negen stukken waarbij men een fraaie balans tussen zowel oude als hedendaagse klanken weet te bereiken. Volksmuziek, jazz en klassiek strijden op het album om voorrang. Het titelstuk Eight Winds en 21st March worden aan het eind verkort hernomen. Beide stukken zijn daar vergezeld van het atmosferische kleinood Stillness. Het herfstige en melancholieke geluid van de lyra klinkt gedurende het gehele album binnen mijmerende en van hunkering bolstaande composities. Zonder de fijnzinnige klanken van piano, contrabas en drums tekort te doen voert Sokratis Sinopoulos op Eight Winds met zijn lyra de boventoon. Hij weet hierbij grote hoogtes te bereiken en tevens de luisteraar ademloos aan zich te binden.


Hans Jansen

Website http://player.ecmrecords.com/sinopoulos-2407
Release datum 4 september 2015 ECM