"All music is folk music. I ain't never heard no horse sing a song" Louis Armstrong

maandag 27 juni 2011

Jill Andrews – The Mirror.


Jill Andrews – The Mirror.

Deze luisteraar is constant op zoek naar dwingende muziek. Waarlijk grote artiesten weten de luisteraar in een isolement te dringen waarna de artiest in kwestie maximale aandacht voor zijn werk weet af te dwingen. Jill Andrews wist dit in het recente verleden meermaals te realiseren.
Voorheen maakte Andrews deel uit van The Everybodyfields waarbinnen zij samen met Sam Quinn de scepter zwaaide. Haar prachtig heldere en troostende stem maakte diepe indruk in combinatie met de hartverscheurende samenzang met Quinn. Eerlijk gezegd had ik ruim voldoende aan de helft van het werk van The Everybodyfields aangezien het aandeel van Quinn mij maar matig kon boeien.

In 2009 leek Andrews definitief haar stem als solo artiest gevonden te hebben met haar naamloze debuut e.p. vol met kleinschalige donkere,  stemmige maar ook opbeurende country-folk. Inmiddels heeft zij haar debuutalbum The Mirror het licht laten zien. Ze hoopt  hierbij de luisteraar deelgenoot te maken van haar tocht van donkerte naar juist het licht in een periode waarin ze afscheid nam van een getroubleerde relatie.  Kies je ervoor om in de schaduw te blijven of om in het licht te stappen? Nu Andrews een nieuwe geliefde gevonden heeft en ook moeder geworden is lijkt er veel om dankbaar voor te zijn en dit hier te vieren. Andrews wil het spel van licht en donker met raffinement spelen. Herhaaldelijke beluistering van het album leert dat Andrews hierin slechts gedeeltelijk slaagt.

Opener Sound Of The Bells zet meteen de toon, het ritme tikt net iets te gemakkelijk weg. De gitaarlijn kiest eenzelfde weg en de koortjes blijken vooral uit gemakzuchtige echo’s te bestaan in plaats van gloedvolle samenzang. Iets dergelijks vindt in het kwadraat plaats binnen Blue Sky en titelnummer The Mirror. Muzikale diepgang wordt hier vergeefs gezocht. Afsluiter You lijkt aanvankelijk een fraaie opbouw te kennen met zijn fraai tikkende piano maar gaat uiteindelijk ten onder aan een volledig misplaatste gitaarsolo precies op maat gesneden voor de grote rock-arena’s. Jammer, heel jammer hoe een groot talent als Andrews hier met de voet volop het gas genadeloos uit de bocht vliegt.

Deugt er dan helemaal niets aan The Mirror? Laat ik zeggen dat dit als debuutalbum vermomde e.p. zeer genietbaar is. Wake Up Nico laat een piano gedreven gloedvolle song horen waarbij ik de Enya connotaties liefdevol over het hoofd zie. Wanneer Andrews daadwerkelijk gas terugneemt blijkt ze toch echt op haar best te zijn als in Sinking Ship en Blue Eyes waarin een akoestische gitaar de boventoon voert en waarin Andrews een beroep doet op haar niet geringe vocale kunnen. Cut And Run en A Litte Less laten een terugkeer naar het beste van The Everybodyfields horen: krachtig, meeslepend en emotioneel werk.

Luchthartig en aanstekelijk. Het kan allemaal in Another Man.  Een vrolijke melodie, speelse piano en dito koortjes. Andrews was op zoek naar een dergelijke spanning: donkere teksten op vrolijke muziek. Ze zag hierbij de valkuil op het midden van de weg jammerlijk over het hoofd. Het leven in de greppel boeit doorgaans meer dan juist aldaar.


Hans Jansen

Releasedatum 7 juni 2011,Thirty Tigers.
Website http://www.jillandrews.com/

 

vrijdag 24 juni 2011

Rob Lutes & Rob MacDonald, Live


Rob Lutes & Rob MacDonald, Live

In het jaar 2006 was er als donderslag bij heldere hemel de Canadees Rob Lutes met zijn album Ride The Shadows. De man eindigde meteen torenhoog in mijn jaarlijst omringd door schoon volk als Jeffrey Foucault en Darrell Scott. In dat gezelschap hoort hij ook thuis: de allerbeste mannelijke singer songwriters afkomstig uit Noord Amerika.

Rob Lutes is gezegend met een onderscheidende ruw hese stem waarmee hij ook fluisterend de nodige indruk weet te maken en rechtstreeks op het hart mikt. Zijn werk is diep geworteld in de blues, liefhebbers van John Hiatt zijn goed geadviseerd hier hun oren aan te lenen. Chris Smither is van begin af aan van grote invloed evenals Bill Frissell. Lutes heeft zich inmiddels tot een finger pickin’ gitarist van formaat ontwikkeld.

In 2000 debuteert Lutes met het album Gravity in 2002, gevolgd door Middle Ground waarna in 2006 het al eerder genoemde Ride The Shadows uitkomt. In 2008 gevolgd door het her en der onderschatte Truth & Fiction. Begin 2009 was Lutes in Nederland. Hij raakte o.a. verzeild in de Hof van Wageningen, een plaatselijk non descript hotel en conferentieoord.  Blijkbaar was er nog een gaatje in de agenda in de reeks “Lazy Sunday Jazz”. Zichtbaar verdwaald beten ook twee oudere dames in plooirok en getooid met parelkettinkjes zich dapper door de sets van Rob Lutes en vaste maatje Rob MacDonald. Beiden vonden elkaar blindelings op het podium, een blik of een knik, meer had men niet nodig om te communiceren. Optimaal op elkaar ingespeeld zoals Richard Thompson en Danny Thompson jaren eerder in het Utrechtse Tivoli. De boomlange Lutes zong die middag de sterren van het deelplafond.

Na de reeks albums en de veelvuldige concerten ontstond de wens om de aldaar vertoonde niet geringe kunsten eens vast te leggen. Blijkbaar kwam deze vraag de afgelopen jaren van vele kanten. Het resultaat Live is sinds enige weken beschikbaar. De nadruk ligt hier op materiaal van Lutes meest recente albums. Persoonlijk vind ik het jammer dat er van één van mijn favoriete albums Middle Ground in het geheel geen materiaal vertegenwoordigd is. Zo blijft er altijd iets te wensen over.

Live, betreft een integrale weergave van een intiem concert opgenomen januari dit jaar. Lutes excelleert op gitaar en hartstochtelijke vocalen. Maatje MacDonald schittert op zijn Resophonic gitaar. Enkele songs worden opgesierd met de achtergrondvocalen van Jozy Fever en Claire Hayek. Dit alles in een mooi klein gehouden setting en voorzien van een kraakhelder geluid.

Persoonlijke favorieten als Throw Me From This Train, I Still Love You en Cold Canadian Road zijn ruimschoots vertegenwoordigd. Regelrechte verrassingen vormen het uitgesponnen Drop Down Baby van Sleepy John Estes waarop MacDonald schittert en het door Chris Whitley geschreven Phone Call From Leavonworth. Het van de Bee Gees afkomstige To Love Somebody weet hier zondermeer de show te stelen, wat een gloedvolle pracht! Dat Lutes wel weg weet met het werk van anderen wisten wij natuurlijk ook al van zijn prachtige Warren Zevon cover Mutineer van het Truth & Fiction album. Een nieuw en onbekend nummer hoort uiteraard ook thuis op een live album, hier vervult het up-beat en swingende Ain’t Nobody’s Bussiness deze rol. Het persoonlijke Drive These Blues Away sluit dit gedenkwaardige live album passend af.

Live, is wat mij betreft één van de meest geslaagde live-albums van de afgelopen jaren. Onmisbaar voor Rob Lutes liefhebbers of zij die daartoe zouden willen behoren.


Hans Jansen

Releasedatum, 31 mei 2011 Magramultimedia