"All music is folk music. I ain't never heard no horse sing a song" Louis Armstrong

woensdag 24 oktober 2012

Rayna Gellert, Old Light.


Rayna Gellert, Old Light.

Hollen of stilstaan, soms lijkt de stroom van releases niet bij te houden, soms lijkt de bron welhaast opgedroogd Soms lijkt niets mijn interesse meer op te wekken waarna ik onlangs dan toch nog binnen hetzelfde uur Rayna Gellerts derde album Old Light aanschafte. Een album dat mij direct in vervoering bracht. Het kan verkeren.

Violiste en zangeres Rayna Gellert, woonachtig in North Carolina, groeide op in een muzikale familie. Haar muzikale achtergrond is ondergedompeld in de plattelandsklanken van stringband, gospel en oude ballads. Van 2003 tot en met 2008 maakte zij deel uit van de veelgeprezen stringband Uncle Earl met wie zij twee albums maakte. Ze vervaardigde tevens twee soloalbums vol met zogenaamde old time muziek waarop haar zo kenmerkende fiddle centraal staat. In het verleden werkte Rayna Gellert samen met o.a. Sara Watkins, Loudon Wainwright, Scott Miller en Abigail Washburn. Beide laatstgenoemden zijn tevens te gast op Old Light evenals vader Dan Gellert.

Op dit derde album neemt Rayna Gellert min of meer afscheid van de old time muziek en stort zij zich op zelfgeschreven muziek vergezeld van een handvol traditionals. Ze houdt hierbij volop het oog op de traditionele muziek uit Noord Amerika. Gellert presenteert haar nieuwe album met de ondertitel Songs From My Childhood & Other Gone Worlds. Zij gaat er hierbij vanuit dat onze huidige maar ook vroegere wereld telkens opnieuw bezongen kan worden. Oude liederen worden nieuwe liederen vice versa, zij echoën ons bestaan.

Gellert neemt op Old Light zelf de voorbeeldige productie ter hand en laat zich bijstaan door rechterhand Nathan Salsburg. Hij neemt samen met haar de arrangementen voor zijn rekening waarnaast hij met zijn gitaarspel het album prominent inkleurt. Gellert neemt uiteraard de fiddle, viola en ook het orgel voor haar rekening naast onderscheidende vocalen met een aangenaam donker randje.

Old Light begint onontkoombaar met Nothing: This is where I must begin zingt Gellert. Zij vraagt zich af wat wij menselijke wezens vertegenwoordigen binnen het onmetelijke universum. Zijn onze herinneringen wel echt van onszelf of slechts een klein elektrisch stroompje? Zetelt het zelf wel echt in ons brein of is dat slechts een verzameling water en weefsel eventueel gevormd door het Opperwezen? De gortdroge percussie van Jamie Dick, banjoaccenten van Dan Gellert en een fluwelen trompet van Kai Wilch springen hierbij in het oor. Via het van onvervuld verlangen verhalende In The Ocean, met zijn kenmerkende en spokende pedal steel van Jon Estes, reist Gellert naar het vervreemde The Platform. De bezongen hoofdpersoon bestudeert zijn foto collectie, zijn vrouw en zijn eigen gezicht op zoek naar iets wat hij herkent. Rayna Gellert heeft zich bij het tot stand komen van Old Light o.a. laten inspireren door het werk van Oliver Sacks.

Op traditional 1845 is een gastrol voor de al eerder genoemde Scott Miller weggelegd waarna Gellert overgaat tot een bijzonder fraaie versie van murder ballad The Cruel Mother. Hoezeer ik de uitvoeringen van bijvoorbeeld June Tabor of Bella Hardy ook waardeer, hier wordt deze murder ballad indringend vastgelegd met zijn krassende fiddle en viola vergezeld van een geheimzinnig klinkend orgel en Moog guitar. Na dit hoogtepunt klinkt het daarop volgende en gemakkelijk weg luisterende The Stars welhaast bevrijdend met zijn rollende piano en gedreven tempo. Gellert daagt de luisteraar vervolgens uit met de vervaarlijk gezongen traditional The Fatal Flower Garden. We waarschuwen elkaar voor van alles en nog wat maar belanden uiteindelijk toch in die streng verboden tuin.

Voordat het album eindigt met afsluiter Lamplighting Time, eenvoudig vormgegeven met vocalen en gitaar, legt Gellert met Fly To Me een tweede hoogtepunt vast. Zelden hoorde ik een lied vol verlangen zo smartelijk gezongen als juist hier. Abigail Washburn draagt in de achtergrondvocalen bij aan de nodige magie waarin de huilende pedal steel meer dan ooit op zijn plaats lijkt.

Met Old Light maakte Rayna Gellert een warm, ontroerend en intiem album. Liefhebbers weten meer dan genoeg.

 
Hans Jansen.

Website, http://raynagellert.com/#6a6/tumblr
Releasedatum, 2 oktober 2012, Story Sound Records.

vrijdag 12 oktober 2012

Marry Waterson & Oliver Knight, Hidden.


Marry Waterson & Oliver Knight, Hidden.

Marry Waterson en Oliver Knight, kinderen van de enkele jaren geleden overleden legendarische Lal Waterson. Het in memoriam concert voor hun moeder in The Royal Albert Hall in 2007 was het startsein voor verdere samenwerking. Dit mondde twee jaar geleden uit in het debuutalbum The Days That Shaped Me. Het zeer afwisselende maar ook intieme album is in zijn geheel als hommage aan hun illustere moeder te beschouwen. Met het tweede album Hidden kiezen beiden voor een nóg breder blikveld en tevens voor toegenomen dynamiek. Op dit wederom toegankelijke album vlindert men van music-hall naar jaren veertig swing, ragtime en zelfs een vleugje ska. Beiden eren nogmaals Lal Waterson door een schilderij van hun moeder in het artwork op te nemen. Het gehele album wordt aan de verleden jaar overleden Mike Waterson opgedragen.

Hidden behandelt thema’s als bedrog en vermijding. Op de cover tonen Marry Waterson & Oliver Knight zich, indachtig het thema, geheel gecamoufleerd. Reuben Taylor blijkt met piano, orgel en accordeon van onschatbare waarde voor de klankkleur van dit album te zijn. Barney Morse Brown draagt fraaie cello lijnen aan, Pete Flood drums en Miranda Sykes staande bas. De twaalf zelfgeschreven liedjes getuigen in zowel vormgeving als in uitvoering van toegenomen zelfvertrouwen.

Het album opent met de beschrijving van een dag die wij allen kennen: niets lukt. Een dag van frustratie en teleurstelling. Oliver Knight laat zich op het als walsje vermomde I’m In A Mood meteen als prominent gitarist horen. Opvolger Going Going Gone baadt welhaast wellustig in Andrew Sisters harmonieën aangedragen door Eliza Carthy waarna men zich uitleeft in het psychedelisch klinkende Gormandizer. De volle zware klank wordt hier verluchtigd door een heerlijk snerpend orgeltje.

Dat Waterson & Knight juist ook in ballades excelleren liet men op The Days That Shaped Me al overtuigend horen. Op Hidden maakt men tot mijn genoegen ruimte voor verstilling als Benign waarop oom Martin Carthy gitaar speelt. Het meest eenvoudig en ontwapenend klinken beiden op Love Song To A Lyric met zijn bijzonder fraaie cello. Voor de broodnodige afwisseling tooit men I Won’t Hear met een aanstekelijk ska ritme om zich vervolgens met Scarlet Scarlet op de music-hall te storten waarbij de piano van Reuben Taylor de nodige aandacht voor zich opeist.

Vervreemdende koortjes schragen het schijnbaar al associërend tot stand gekomen Professional Confessionals waarna men even verderop met het speelse en grillige Russian Dolls welhaast een letterlijke illustratie van het gekozen thema toont. Het vocale trio Barry Coope, Jim Boyes en Lester Simpson zet de nodige luister bij. Het album sluit volop stoom af met Starveling, de luisteraar wordt uitgezwaaid met een langgerekte gitaarsolo en stemmig koortje.

Dit bijzonder kleurrijke en soms geestige album is hoorbaar met veel plezier gemaakt. Marry Waterson & Oliver Knight laten zich met Hidden van hun meest avontuurlijke en veelzijdige kant zien.


Hans Jansen.

Releasedatum, 24 September 2012, One Little Indian.