June Tabor,
Ashore.
De afgelopen jaren keek ik met plezier naar de met veel liefde en aandacht gemaakte BBC serie Coast. Verhalen over de zee, de kust en hetgeen de Britten tot de eilandnatie van vandaag maakt.
Onlangs mocht ik een pakketje ontvangen met daarin opgenomen, naar mijn bescheiden mening, zowel de Grandmother van Britse folk Sandy Denny als de Grand Dame van de hedendaagse Britse folk June Tabor.
Hier gaat het over het nieuwste album van
June Tabor waarbij het zoute water rijkelijk door de aderen stroomt. June
verhaalt over haar fascinatie met de zee, eilandbewoners vertoeven per slot van
rekening nooit ver van de kust. Woonde men in het verleden in “splendid isolation” in de hedendaagse
tijd is “no man an island”. In de aanloop naar het 70-jarige
jubileumconcert van het Topic label realiseerde Tabor zich dat ze door de jaren
heen vele stukken m.b.t. de zee en de kust op haar repertoire had. Het idee om
het concept omtrent haar nieuwste album Ashore
hierop te baseren was geboren. Een album in een lange reeks, inmiddels dertien
in getal, beginnend met de eerste letter van het alfabet.
Tabor laat zich op Ashore bijstaan door haar vaste begeleiders Andy Cutting (accordeon), Mark Emmerson (viool), Tim Harries (staande bas) en Huw Darren (piano). Men is door de jarenlange verbintenis inmiddels dusdanig op elkaar ingespeeld geraakt dat men elkaar blindelings vinden kan.
Tabor en haar begeleiders dringen tevens, schijnbaar moeiteloos, telkens vlot door tot de essentie van het gebrachte werk.
Met opener Finisterre steekt June meteen het Kanaal over richting de Spaanse kust, één van die vreemd en exotisch klinkende namen uit de scheepsberichten. Tabor trekt de luisteraar het album binnen met haar kalme en uitgewogen voordracht. Ze neemt daarbij ruim de tijd om verhalen van toen maar ook van nu te vertellen. Verhalen van verlangen naar de zo lang afwezig geliefde opvarende in het a capella gebrachte The Bleacher Lassie Of Kelvinhaugh. Kiezen tussen een zeemansbestaan of het leven van een landrot in The Grey Funnel Line. Tabor bewerkt hiermee haar oorspronkelijke opname met Maddy Prior (Silly Sisters) uit 1976. Even verderop brengt zij Shipbuilding. De door Elvis Costello geschreven en door Robert Wyatt fameus gemaakte moderne klassieker wordt hier welhaast definitief vastgelegd.
Hoogtepunten vormen verder het verhaal van
het fabeldier (half zeehond, half mens) The
Great Selkie Of Sule Skerry en The
Oggieman. June is van jongs af aan bekend met The Oggie Man, in haar eigen woorden “ a microcosmos of a relationship that’s
gotten wrong and change of the world” Een reeds langer gekoesterde wens om dit werk
aan haar repertoire toe te voegen gaat hiermee in vervulling. Het aangrijpende The Brean Lament verhaalt, half gezongen en half gesproken, over
het uiteindelijke graf van elke
onfortuinlijke zeeman.
Ter verluchtiging strooit Tabor op Ashore met twee lichtvoetig klinkende
Franstalige en even zoveel instrumentale stukken. Dit doorbreekt op weldadige
wijze de enigszins overheersend gedragen toon. Iets meer frivoliteit had het
album niet misstaan. Het improviserend vormgegeven en uitgesponnen
Across The Wide Ocean vormt de
afsluiter van Ashore. Hier vinden Tabor
en haar begeleiders elkaar nog eenmaal moeiteloos.
Met Ashore voegt June Tabor op indrukwekkende wijze een nieuw hoofdstuk toe aan haar al even indrukwekkende catalogus.
Hans Jansen.
Releasedatum, 21 februari 2011, Topic Records.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten