In 2010 debuteerde de in Yorkshire geboren Fay Hield met het album Looking Glass. Ze was hiermee sinds tien jaar de eerste nieuwe artiest welke het vooraanstaande Britse folklabel Topic contracteerde. Nu twee jaar later brengt zij met Orfeo haar tweede album op de markt. Op Looking Glass verliet Hield zich met name op haar vocale krachten en kende het album amper muzikale opsmuk. Die enigszins steile aanpak maakte het lastig om daadwerkelijk tot het gebodene door te dringen en deze volop te appreciëren.
Het nieuwe album Orfeo kent, in tegenstelling tot zijn voorganger, rijke
arrangementen die prachtig rond Hield’s
stem zijn opgebouwd. Zij worden door haar vlekkeloos spelende begeleidingsband
The Hurricane Party uitgevoerd. Dit gezelschap bestaat uit accordeonist Andy
Cutting, concertina-speler Rob Harbron en Bellowhead voorman en violist Jon
Boden. Hij is tevens Hield’s levenspartner. Levende legende Martin Simpson
levert op een aantal songs gitaar en banjo aan.
Dit tweede album laat een sterk gegroeide
zangeres horen. Het album kent een gevarieerde selectie uit de rijke Britse
folktraditie waarbij gekozen is voor een aantal minder bekende nummers. Bij het
samenstellen van Orfeo putte Fay
Hield uit verschillende bronnen. Zo
raadpleegde zij oude manuscripten en boeken maar ook opnames van Anne
Briggs. Verder schreef zij samen met Boden de muziek bij sommige stukken of
paste deze aan waarmee men een fraaie balans van oud en nieuw werk weet te
bewerkstelligen. Dit alles is gevat in een bijzonder fraaie en ruimtelijke
productie waarin elk detail goed naar voren komt.
Het album kent een overdonderende start met The Lover’s Ghost waarin meteen alle
registers opengaan. Felle strijkers voeren de boventoon hier bijgestaan door
accordeon en banjo. De melodie van deze op het eerste gehoor weinig vertrouwde
versie blijft nog lang in het hoofd rondspoken. Het album is rijk aan verschillende
beelden. Zo is er het hilarische verhaal van Timoty in één van Amerika’s meest
bekende folksongs Wicked Serpent.
Timoty werd in 1761 door een ratelslang gebeten waarbij zijn beoogde vrouw, Molly
het serpent, het gif met een rotte tand uitzoog. Dit met voor beiden dramatische
consequenties tot gevolg. Fay koos verder voor het vastleggen van
live-favorieten als The Parson’s Gate
en een uitgeklede versie van Pretty Nancy
waarin ook het grootste gedeelte van The Hurricane Party zich vocaal kan uitleven.
Een andere favoriet betreft het zwierige The
Old ‘Arris Hill waarin Andy Cutting’s melodeon schittert.
Prachtige ingetogen songs tuimelen welhaast op Orfeo over elkaar. Hield brengt o.a. een fraai vertraagde versie van het zeer bekende The Cuckoo waarbij zij zich laat inspireren door de al eerder genoemde Anne Briggs. In het melancholieke The Weaver’s Daughter worden zowel concertina als melodeon prachtig gecombineerd. Even later eist het indringende en ultiem verstilde Henry alle aandacht op met zijn prachtige strijkersarrangement. Het absolute hoogtepunt van dit album is echter het titelstuk Sir Orfeo. Het is een dromerige middeleeuwse visie op de Orpheus en Eurydice mythe hier doorsneden met enkele strofes uit de traditional The Oak and The Ash. Griekse en Keltische mythologie worden hier vermengd en in een epische versie van ruim zeven minuten ten tonele gevoerd. Met het geheel niet onschuldige wiegeliedje Naughty Baby sluit Fay Hield af. Het strijkersarrangement refereert hier vreemd genoeg aan de melodie van het Duitse volkslied.
Orfeo is niet
slechts een waardige opvolger van debuut Looking
Glass. Fay Hield overtreft zichzelf hier op indrukwekkende wijze. Het album
klinkt als een regelrechte triomf en mag als één van de meest belangwekkende
Britse folkalbums van dit jaar worden beschouwd.
Hans Jansen
Website, http://www.fayhield.com/
Releasedatum, 28 mei 2012, Topic Records
Geen opmerkingen:
Een reactie posten