"All music is folk music. I ain't never heard no horse sing a song" Louis Armstrong

vrijdag 26 maart 2010

Chris Wood, Handmade Life.


Bekentenis met het schaamrood op de kaken: Ik heb de Engelse folk de afgelopen 25 jaren slechts zijdelings gevolgd. In deze periode heb ik mij zonder enige reserve op de Americana uit de Verenigde Staten en Canada gericht. Sinds enkele weken ben ik bezig met een inburgeringscursus Engelse folk. Ik sta op een streng dieet bestaande uit o.a. het beste werk van June Tabor, Norma en Lal Waterson en Christine Collister. Sinds de hoogtijdagen van o.a. Sandy Denny, John Martyn en Nick Drake heeft men gelukkig niet stil gezeten aan de overkant van het kanaal. Zover is mij inmiddels duidelijk geworden.

Middenin dit verpletterende luister avontuur komt Chris Wood binnenvallen met zijn allernieuwste album Handmade Life. Dit is mijn kennismaking met deze grote artiest. Ik verneem dat de beste man een belangrijke positie binnen de huidige Britse folk scène inneemt en van behoorlijk statuur is. Verder wordt 's mans werk her en der gepaard aan het werk van Richard Thompson, dit met name in relatie tot de kwaliteit en consistentie van het gebodene. Ik kan dit na het beluisteren van Woods laatste album slechts volledig onderschrijven. Woods teksten zijn beschouwend en analytisch van aard en hebben een welhaast journalistieke toon. Een vergelijking met de door mij zeer gewaardeerde Richard Shindell ligt dan tevens voor de hand.

Handmade Life is een actuele State Of Britain; de toestand in dat deel van de wereld verklaart door Chris Wood. Handelend over het groeiende onbehagen in een steeds groter wordende wereld waarin we met elkaar moeten concurreren. Keiharde wetten van de vrije markt, winst maximalisatie ten koste van alles, regeren de wereld waarbij er winnaars maar ook heel veel verliezers zijn. Algehele versplintering van de samenleving en vervreemding liggen op de loer. In tegenstelling tot Shindell beschrijft Wood niet slechts, nee hij spreekt tevens zijn frustratie maar ook zijn oordeel uit. In afsluiter The Great Correction ziet Chris er niet tegenop om The Iron Lady alsnog weg te zetten als “The vicious old spiv”. Ik kan hier slechts met instemming naar luisteren maar laat ik niet op de zaken vooruit lopen en bij het begin beginnen.

Wood zet met Handmade Life een politiek maatschappelijk getint, maar ook ontroerend, album neer. Muzikaal erg mooi klein gehouden, meer dan drums, trombone, cello en gitaar heeft hij niet nodig om de huidige staat van Britain neer te zetten. Een helder, tijdloos donkerbruin geluid met een gouden randje dringt zich voorzichtig op aan de luisteraar.

Eén van de absolute hoogtepunten van dit album Spitfires blikt met nuance terug naar de tijd dat de Britten over de zeven zeeën heersten. Wood zou niet terug willen naar die tijd maar waar is de tijd gebleven dat men trots was op het land en de fascisten versloeg? Waar is de tijd gebleven waarin men tijd en aandacht voor elkaar had? In het huidige tijdsgewricht zien mensen zich  blijkbaar steeds meer gedwongen zich op zichzelf terug te trekken. Je eigen Handmade Life vorm te geven, weg van de waanzinnige drukte, het geraas en gebral. Een tijd waarin een niets vermoedende relatieve buitenstaander zonder enig pardon het slachtoffer kan worden van paranoia (Hollow Point) Shock and awe in Britain. Luister, lees mee, en laat je langzamerhand meevoeren. Je kent deze casus als je de actualiteit ook maar enigszins gevolgd hebt de afgelopen jaren. En ja, in de laatste zinnen valt ineens dan alles op zijn plek. En wie vertegenwoordigt ons, wij het volk, eigenlijk nog in de politiek? Politiek lijkt een spel (Ceasar) geworden te zijn. Elke nieuwe termijn worden ons opnieuw gouden bergen beloofd waarna men niet weet hoe snel men weer moet vertrekken om ons vervolgens aan ons lot over te laten. Is dan werkelijk alles politiek op Handmade Life? Welnee, tenzij je aanhanger bent van het adagium dat ook het persoonlijke politiek is. Wood tovert een prachtig wiegeliedje tevoorschijn met Jonny East, brengt Turtle Soup (reeds bekend van het Darwin Song Project) en schetst met Two Widows een hartveroverend portret van de twee bezongen dames.

Chris Wood brengt met Handmade Life op indringende wijze onze tijd in beeld en past werkelijk perfect in mijn huidige muzikale dieet. Aan tafel, het hoofdgerecht is geserveerd!


Hans Jansen.

Website, http://www.chriswoodmusic.co.uk/
Releasedatum, 1 maart 2010, Ruf Records
 

woensdag 24 maart 2010

Raina Rose, When May Came.


Raina Rose, When May Came.

Raina Rose genereerde onlangs enige aandacht met haar vierde album When May Came getiteld.
Her en der mochten haar een paar reviews deelachtig worden, soms zuinigjes van toon. Zo zou ze haar stem te weinig doseren. Verder was het album in slechts vier dagen opgenomen en zou het  slechts voor de werkelijk groten in de muziek weggelegd zijn om dan met goed resultaat voor de dag te komen. Op mijn beurt hoor ik een 29 jarige assertieve country-folk dame met een direct aansprekende en krachtige stem. Een hese, her en der overslaande, stem met een aangenaam mooi trillertje waarmee ze de weg door haar teksten zoekt en waarbij ze volop de mogelijkheden van haar stem exploreert. Zo'n stem verder doseren binnen dit materiaal zo bescheiden van opzet en uitvoering? Lijkt mij doodzonde!

When May Came is het vierde album van Raina Rose afkomstig uit Portland Oregon en inmiddels in Austin Texas terechtgekomen. Jonathan Byrd produceert plaats nemend achter de knoppen in een klein zijkamertje terwijl de band de huiskamer bezet mag houden. Accordeon, banjo, gitaar en elektrische toetsen voeren de boventoon op dit kleinschalige bijna live klinkende energieke album.
Sun Comes Back opent het album krachtig, Let Me Down Easy, Desdemona, maar ook Nashville vallen in diezelfde categorie krachtige up-beat songs. Your Neighbours Trampoline en Stone Around My Neck laten een gepassioneerde meeslepende en gedreven Rose horen.

In de ballade If Your Gonna Go steekt Raina in topvorm; als je dan toch moet gaan ga dan alsjeblieft snel... om vervolgens indrukwekkend te smeken om toch te blijven. Op de valreep blijkt afsluiter Bluebonnets nog zo'n prachtig slepende ballade met heerlijke achtergrond zang en cello te zijn.

En ineens valt dan het kwartje, natuurlijk de stemmen van beide dames verschillen nogal. Wellicht als dag en nacht maar toch kan ik een associatie met Mary Margaret O'Hara niet meer negeren. Dat zoekende, die oprechte en gepassioneerde vocale inzet doet mij niet zelden ook aan O'Hara denken.

Met de wonderschone maand mei in het verschiet, When May Came.

Hans Jansen.

Website, http://www.rainarose.com/index.html
Releasedatum, 16 februari 2010, Constant Clip Records.
 

donderdag 11 maart 2010

Joy Kilss Sorrow, Darkness Sure Becomes This City.


Joy Kilss Sorrow, Darkness Sure Becomes This City.

Een naam om te onthouden, Emma Beaton zang en cello. Geboren in British Columbia aan de Canadese Westkust en kind van Schotse immigranten. Emma debuteert op 18 jarige leeftijd met het album Pretty Fair Maid in 2008 en laat zich hierop begeleiden door Celtic Chaos. De luisteraar maakt kennis met Beaton's onmiskenbare kwaliteiten middels een onweerstaanbare verzameling traditionals en een enkele cover van bijvoorbeeld Rogers & Hammerstein's Edelweiss. Emma heeft het album geheel akoestisch gearrangeerd, cello, banjo, fiddle, accordeon, fluit en bodhran spelen een hoofdrol op dit vlekkeloze album. Ongelooflijk dat een 18 jarige tot het brengen van een dergelijke kwaliteit in staat is en een onontkoombare aankoop voor liefhebbers van Keltische en Appalachen folk met een snufje Cajun. Beaton verkreeg met dit album de status van “Young Performer Of The Year” een zeer terechte keuze van The Canadian Folk Music Awards.

Beaton vertrekt vervolgens naar Boston om cello te studeren aan het Berklee College Of Music. Twee leden van Crooked Still zijn Emma's klasgenoten, het noemen van o.a. Uncle Earl en The Greencards biedt de lezer wellicht een vingerwijzing in welke richting het te zoeken m.b.t. Joy Kills Sorrow. Vorig jaar dook Emma Beaton namelijk op binnen het herrezen Joy Kills Sorrow en levert dit jaar met Darkness Sure Becomes This City het nieuwe album van dit gezelschap af. Joy Kills Sorrow debuteerde in 2006 met een titelloos album. De inmiddels aan een solocarrière begonnen Heather Masse verzorgde de vocalen. Gitarist Matthew Arcara en bassiste/vocaliste Bridget Kearny stammen nog uit de oerversie van de band. Het gezelschap is verder aangevuld met Wesley Corbett op banjo en Jacob Jolliff op mandoline. Dit blijkt een verrijking van jewelste te zijn. De stem van Beaton's klinkt als altijd krachtig, loepzuiver en betoverend. De banjo en mandoline eisen over het gehele album tevens een hoofdrol op. Soms heerlijk loom swingend maar op andere momenten gedreven en op topsnelheid en altijd op het scherpst van de snede spelend.

Het grootste gedeelte van het materiaal op Darkness Sure Becomes This City is geschreven door  Bridget Kearny. Ze weet met Kill My Sorrow een melancholiek stadsbeeld neer te zetten en verwerkt her en der grappige zinnetjes als “Drunk like a trout” Het intieme en van heerlijk slepende melodie voorziene Books; eigenlijk hoef ik nergens meer heen want ik heb zoveel prachtige boeken. Het hartzeer mét kwinkslag van Thinking Of You And Such; ik mis je weliswaar maar toch ook niet zo heel erg. Het wonderschone Get Up And Go; eigenlijk zouden we uit elkaar moeten gaan maar het is zo vertrouwd om bij elkaar te blijven. All The Buildings lijkt vervolgens tegenwicht te bieden aan het melancholieke stadsbeeld van opener Kill My Sorrow. Waarom pakken we niet de fiets en rijden 's nachts door de stad... Darkness Sure Becomes This City. Mij spreekt deze lichte toets in teksten en muziek bijzonder aan en werkt bovendien aanstekelijk op mijn humeur. Emma Beaton levert tevens drie prachtige tracks aan. Verder covert men Caleb Lauder's New Shoes, Kristin Andreassen's Send Me A Letter en Keenan/Devonie's We Will Have Our Day.

 Met Darkness Sure Becomes This City levert Joy Kills Sorrow (what's in a name) een ronduit vrolijk gestemd en direct aansprekend album af voor liefhebbers van gedreven folk uit welke windstreek dan ook. Jazeker, de lente zit in de lucht.

Hans Jansen.

Website, http://www.joykillssorrow.com/
Releasedatum, 23 februari 2010, Signature Sounds.