"All music is folk music. I ain't never heard no horse sing a song" Louis Armstrong

maandag 27 mei 2013

Gavin Davenport, video Wooden Swords And May Queens.



Folkzanger Gavin Davenport maakte een video bij zijn Wooden Swords And May Queens afkomstig van zijn laatste album The Bone Orchard.
Met deze video plaatst Davenport zijn song in een fraai historisch perspectief.

Zie elders op deze pagina's voor een review van The Bone Orchard.






zondag 26 mei 2013

Hem, Departure & Farewell

Eind april verscheen het nieuwe album van country-folkorkest Hem. Het onder de veelzeggende titel Departure and Farewell gepresenteerde album is het eerste volledige studio album sinds 2006. Hem leek na onderlinge schermutselingen ter ziele te zijn gegaan. Gelukkig heeft men ervoor gekozen zich te hergroeperen om vervolgens het meest emotionele en afwisselende album toe nu toe af te leveren. Hem debuteerde in 2001 met het relatief eenvoudig klinkende Rabbit Songs om drie jaar later door te pakken met het weelderig georkestreerde Eveningland. In 2006 bracht men een verzameling covers, rarities, demo’s en live stukken uit onder de titel No Word From Tom nog datzelfde jaar gevolgd door het schitterende Funnel Cloud waarop men de draad van Eveningland weer oppakt. Tussendoor vindt men de tijd voor diverse projecten als een e.p. met The Autumn Defense en schrijft men de partituur Twelfth Night bij een toneelstuk van Shakespeare.

 


Het nieuwe album is voorzien van een 35-koppig orkest en integreert nieuwe stijlen als gospel, New Orleans jazz en laat tevens een nieuwe speelsheid horen. Ondanks de toevoeging van instrumenten en stijlen klinken de statige country-folk hymnen nergens overdadig maar afgewogen en verfijnd. De belangrijkste attractie is en blijft de vriendelijke en tedere stem van zangeres Sally Ellyson. Liefhebbers van het werk van Natalie Merchant maar ook Catie Curtis zullen hier het nodige van hun gading vinden.

Het album opent met titelsong Departure and Farewell. Met dit afscheidslied gericht aan een voormalige geliefde legt Hem vertrouwde lijntjes naar het eigen muzikale verleden.
Opvolger Walking Past The Graveyard, Not Breathing laat met zijn weelderige instrumentatie een ander geluid horen. Hier voeren gospelkoor en naar New Orleans neigende blazers de boventoon. Pure poëzie is te horen in The Jack Pine waar een stil wiegende steel gitaar partij biedt aan een zachtjes op de achtergrond ronkende elektrische gitaar.



Met de single Tourniquet portretteert Hem, afkomstig uit New York, de thuisbasis Brooklyn. De stem van Sally Ellyson is bijzonder geschikt voor wiegeliedjes, met Seven Angels laat men hiervan een treffend voorbeeld horen. Even verderop legt men Bird Song vast, dit is Hem ten voeten uit. Het is voorbeeldig geïnstrumenteerd en pretendeert niet meer te zijn dan het is: een mooi slaapliedje voor volwassen. Hem heeft een zwak voor liedjes handelend over reizen en reizigers. Na Cincinnati Traveler en The City And The Traveler van eerdere albums vraagt men nu aandacht voor Traveler’s Song. Reizen en gevoelens van heimwee worden treffend verbeeld in deze door piano gedragen song voorzien van naar New Orleans hakende blazers.
Met Last Call bezingt men zowel de geneugtes van reizen en avontuur als van simpelweg thuisblijven. De zachte samenzang van Hem stelt Ellyson in de gelegenheid om stilletjes aan naar een hoogtepunt toe te werken en te gloriëren. Afsluiter So Long grijpt terug naar gospel. Koor en blazers kunnen binnen deze finale de onderhuidse spanning en smeulende passie gelukkig amper toedekken.

 
 
Op Departure and Farewell wordt de onderscheidende stem van Sally Ellyson vergezeld van een keur aan instrumenten. Men weet hiermee elk nummer in al zijn genuanceerde gelaagdheid tot een uniek geheel te maken. Met meer muzikale zeggingskracht dan ooit tevoren slaat Hem voorzichtig nieuwe wegen in.


Hans Jansen.
Webpage http://www.hemmusic.com/
Releasedatum, 29 april 2013 Self rel.







zondag 12 mei 2013

Gavin Davenport, The Bone Orchard.

De uit het Noord Engelse Sheffield afkomstige Gavin Davenport bracht onlangs zijn tweede album The Bone Orchard uit. Op zijn debuutalbum Brief Lives liet deze zanger en multi-instrumentalist zich vorig jaar horen als een zeer verdienstelijke vertolker van veelal traditioneel materiaal. Op The Bone Orchard laat Gavin Davenport (zang, gitaar, mandoline, concertina, vijf-snarige banjo) zich vergezellen door Tom Kitching (viool) Nick Cooke (diatonisch accordeon) en Tim Yates (contrabas, diatonisch accordeon). Gastrollen zijn er voor Jim Causley (zang) Jim Molyneux (percussie) Martin Keates (draailier) Ben Trott (slide gitaar) en Aaron Stanton (percussie).

Naast deze kern van muzikanten laat Davenport zich op diverse stukken vergezellen door diverse vocalisten en kennen enkele tracks extra aankleding in de vorm van strijkers- of blaasarrangementen. Violist Tom Kitching lijkt op The Bone Orchard vrijwel alomtegenwoordig te zijn en hiermee een belangrijk steunpilaar voor het geluid van dit over de gehele linie sterke album. Naast multi-instrumentalist wil Gavin Davenport zich eerst en vooral als zanger manifesteren. Juist hieraan heeft hij op dit album de nodige aandacht besteed. Met zijn kalme stem vertelt hij in verschillende toonaarden en met nuance volksverhalen.


Het album opent met over deportatie verhalende Whitby Lad waarbij Davenport tevens gedeeltes uit Mike Waterson’s versie aan de zijne toevoegt. Verderop het album bezingt hij nogmaals de verschrikkingen van ballingschap binnen Jim Jones in Botany Bay. Het gaat om dezelfde baai waarin Whity Lad is gesitueerd. De klaaglijke melodie onderstreept de gevoelens van de onvrijwillig naar Australië verscheepte bannelingen. Het opgewekt gebrachte Castle by the Sea staat in schril contrast met de wederwaardigheden van de geportretteerde seriemoordenaar in vervlogen tijden. Opvallend is vervolgens de ballade Farewell To Yorkshire die enige overeenkomst met de melodie van traditional Spencer The Rover kent.

De ballade Fair Rosamund kent de meest uitgewerkte orkestratie waarin een welhaast filmisch klinkende viool, viola en cello centraal staan. Even verderop het album blijkt Wooden Swords And May Queens over een wervelende blazerssectie te beschikken nadat het geheel met de samples van een radioprogramma opende. Titelsong Form The Bone Orchard opent met een mooie mandoline en dient als Davenports persoonlijke tribuut aan allen die de folk traditie levend wensen te houden en is doorspekt met gesampelde stemmen.



Verdere favorieten zijn wat mij betreft het door banjo en slide gitaar gedreven Creeping Jane en het door accordeon bepaalde Long Legged Lurcher Dog. Hier blijkt uiteindelijk ook de lange arm van de wet een aandeel in de bezongen strooppartij te hebben.
Het van fraaie draailier voorziene Bold Dragoon wordt gevolgd door het a capella gebrachte Banks Of Yarrow waarin Jim Causley tevens figureert. Davenport sluit af met Hymn  For The New Year. Hij presenteert dit lied als alternatief voor het bekende Auld Lang Syne, het nieuwe jaar mag hoopvol en positief bezien worden.


Ook op zijn tweede album The Bone Orchard is de Engelse folk traditie bij Gavin Davenport in kundige handen. Hij brengt die traditie met gedurfde arrangementen waardoor er een uitdagend en gevarieerd album ontstaat. Liefhebbers van het werk van o.a. Chris Sarjeant doen er goed aan hun oren hier ook eens aan te lenen.

Hans Jansen.

Releasedatum 11 maart 2013, Haystack Records.
 
 

zondag 5 mei 2013

Chris Wood, None The Wiser.

Het is alweer ruim drie jaar geleden dat Chris Wood met zijn laatste album Handmade Life op de proppen kwam. Wood zette met dat album een maatschappelijk getint maar ook ontroerend album neer. Muzikaal mooi klein gehouden, meer dan drums, trombone, cello en gitaar was niet nodig om de toenmalige state of the union neer te zetten. Zijn veelal op de actualiteit geënte teksten beschouwden het groeiende onbehagen heersend binnen een samenleving die zowel in crisis als in transitie verkeerd. De afgelopen tijd maakte Wood onderdeel uit van de begeleidingsband van Joan Armatrading. Samen met haar bereisde hij het Verenigd Koninkrijk en doet hiervan verslag op zijn nieuwste album None The Wiser.


Tijdens zijn reis zonk het Verenigd Koninkrijk net als de rest van Europa verder weg in diepe recessie. De ons regerende politici roepen machteloos op tot kalmte en vertrouwen. Individuele burgers ervaren echter de economische crises niet zelden direct aan den lijve. Op voorganger Handmade Life bezong Wood treffend deze vertrouwenscrises. Hij voorzag dat mensen zichzelf terug te trekken om hun eigen leven in kleinere verbanden vorm te geven. Op None The Wiser verklaart Wood dat wij steeds meer op onszelf teruggeworpen zijn en dat onze kracht en toekomst juist in kleine onderlinge verbanden ligt. Iets van de kracht van deze organisch gegroeide menselijke maat moet hij welhaast symbolisch tot uitdrukking hebben willen brengen door zichzelf af te laten beelden binnen een grafisch raster van een boom met zijn vele jaarringen.

Net als op voorganger Handmade Life brengt Wood zijn nieuwste album binnen een bescheiden muzikale setting. Ditmaal is er voor de staande bas gekozen, fabuleus bespeeld door Neil Harland. Hier worden herinneringen opgeroepen aan het allermooiste werk dat Danny Thompson met John Martyn bracht. Verder wordt het geluidsbeeld prominent gekleurd door het warme Hammondorgel van Justin Mitchell die tevens Wurlitzer en Flügelhorn bespeeld. Martin Butler draagt fraai pianospel aan. Chris Wood vertelt zijn verhalen met kenmerkende kalme en gezaghebbende stem waarbij het album verder gedragen wordt door de donkere bariton van de vintage semi-akoestische Epiphone Century gitaar.

Met titelnummer None The Wiser zet Wood de toon en haalt velerlei overhoop om het ontwrichte leven van Jan Modaal in de verf te zetten. Niets lijkt nog onder controle in het leven waarin o.a. al dan niet louche financieel adviseurs het beeld bepalen en de dochter van een kennis zich genoodzaakt ziet haar studie met inkomsten uit telefoonseks te betalen.

Het Hammond orgel van Mitchell draagt vervolgens het door William Blake gedichte Jerusalem. Het handelt over een in vervlogen tijden gedroomd bezoek van Jezus aan Engeland. Binnen het bestek van dit album tevens te beschouwen als een strijdbare oproep om alsnog samen het land van melk en honing te bouwen.

Met het tedere The Sweetness Game brengt Wood naar eigen zeggen zowel een protest- als een liefdeslied. Temidden van het gesjoemel en de chaos is er gelukkig nog steeds sprake van onderlinge verbondenheid en liefde. Een prachtige Flügelhorn zet de frase my love is a cliché free zone passend luister bij. In het gedreven A Whole Live Lived bezingt Wood hoe de jongeman in zichzelf de huidige volwassene beziet. Is er sprake van respect voor de wijsheid die hoort bij het klimmen der jaren of van onbeleefde onverschilligheid?

Binnen The Little Carpenter mag de lenig zoemende bas van Neil Harland schitteren. Dit is de enige traditional van het album waarin verschillende kandidaten om dezelfde hand dingen maar een eenvoudige timmerman met de eer strijkt. Dit “om de uiteindelijke overwinning van de underdog te benadrukken” aldus Wood. Met zwaargewicht Thou Shalt worden opnieuw de tien geboden geformuleerd. Hier wordt uitgebreid de tijd genomen om allen die denken dat ze zich werkelijk alles kunnen permitteren een spiegel voor te houden. Wood begint met though shalt not buy that red sports car om ruim zes minuten later te eindigen met though shall live it out with grace for as long as you are here. Inmiddels gaat het er niet slechts over anderen de oren te wassen maar gaat het ook over met compassie ouder worden en je zegeningen te tellen.


Het album nadert zijn einde met het melodisch sterke door Hugh Lapton geschreven hommage aan de huwelijkse staat Tally Of Salt. Het één na laatste stuk I am was oorspronkelijk bedoeld om rijker aangekleed te worden. Gelukkig koos Wood uiteindelijk voor een intieme pianoballade. Dit door John Clare geschreven gedicht verhaalt zowel over het verlangen naar de onschuld van de kinderjaren als naar schoonheid van de natuur en de eeuwigdurende vrede die hij in de dood hoopte te vinden. Met het pistool op de borst zou dit mijn antwoord zijn op de onmogelijke vraag om een favoriete song aan te wijzen.

Wood sluit af met het schitterend poëtische The Wolfless Years. Wij hebben tientallen jaren in onovertroffen weelde geleefd of om het met Wood te zeggen: As they lived through the wolfless years, the deers forgot how to live like deer. Die tijden zijn voorbij, wij zijn weer op onszelf teruggeworpen. Tijd om het overdreven materialisme ver van ons te werpen en weer met genoeg genoegen te nemen.

Zoals het een moderne troubadour betaamd verstaat Chris Wood de tekens van de tijd. Hij weet deze welhaast journalistiek maar ook poëtisch te verwoorden. Met None The Wiser bevestigt Chris Wood zijn statuur als één van de belangrijkste chroniqueurs onze tijd. Dit werk getuigt van grote schoonheid.


Hans Jansen.