"All music is folk music. I ain't never heard no horse sing a song" Louis Armstrong

zaterdag 27 september 2014

Leo James, High Times & Bad Weather

Gestoken in een eenvoudig kartonnen hoesje presenteert de Britse singer-songwriter Leo James zijn nieuwe album High Times & Bad Weather. Voor hem geen spannende artiestennaam of gesoigneerd uiterlijk. In houthakkershemd, spijkerbroek en voorzien van een akoestische gitaar laat hij zich ergens aan de oever van een meer portretteren. Sommige artiesten kunnen nu eenmaal geheel op de kwaliteit van hun werk vertrouwen.

Leo James begon in zijn late tienerjaren met gitaar spelen en liedjes schrijven. Hij liet zich hierbij inspireren door folk, blues en country muzikanten afkomstig van de Britse eilanden en Noord Amerika. Hij studeerde slide gitaar bij Philip Henry die momenteel samen met Hannah Martin binnen de Britse folk scene furore maakt. Tevens bracht hij enige tijd in India door waar hij bij slide gitarist Pandit Debashish Bhattacharya in de leer ging en de klassieke Hindoestaanse klassieke muziek bestudeerde.


Het is mij onmogelijk om naar het werk van Leo James te luisteren zonder dat hierbij de gedachten afdwalen naar de warme vocalen van John Martyn. James blijkt over een vergelijkbaar zachte en verleidelijk hese stem als zijn vooraanstaande voorganger te bezitten. Zijn prachtig vloeiende spel op lap steel, dobro en gitaar doen mij wel wat aan dat van Kelly Joe Phelps denken. Op zijn beurt werd Phelps met John Martyn vergeleken waarmee de cirkel rond is. Leo James heeft de afgelopen jaren in het live circuit doorgebracht. Hij speelde op festivals, in kroegen en folk clubs.

Voor zijn nieuwe album HighTimes & Bad Weather schreef James dertien stukken waarbij zowel het kalme als het onopgesmukte karakter zich in de kijker spelen. Daaronder zijn twee instrumentals te beluisteren. Halverwege het album positioneert Leo het kort maar krachtige White Flag en sluit af met het sprankelende Trough Thick & Thin dat ook wel wat aan het werk van Leo Kottke doet denken. James laat zich door Sid Goldsmith op staande bas ondersteunen. Goldsmith is tevens verantwoordelijk voor de opname en de mix van het album.


De songs op High Times & Bad Weather worden zonder toeters en bellen gebracht waardoor zij in alle intensiteit kunnen stralen. Het album opent opperbest met Together We Ride. Met zijn veelzijdige snarenspel en rijk geschakeerde stem drukt Leo James meteen zijn stempel op het geheel. Hij weet deze hoge standaard moeiteloos op het gehele album vast te houden. Naast de al eerder genoemde instrumenten brengt hij, zoals op het gepassioneerd gezongen Isobel, met incidentele inzet van de mondharmonica zijn werk verder tot leven. Het boeiende Nervous Disposition en Two Left Feet behoren met inventief snarenspel en fraaie stembuigingen tevens tot de hoogtepunten.

Met het over de gehele linie sterke High Times & Bad Weather presenteert Leo James zich als een bijzonder en talentvolle vakman. Het fraai opgenomen album laat zowel snaren als stem optimaal tot hun recht komen.


Hans Jansen

Webpage http://leojames.co.uk/
Releasedatum 20 Augustus 2014 Eigen Beheer

donderdag 18 september 2014

Mark Erelli, Milltowns

De uit New England afkomstige singer-songwriter Mark Erelli hield zich op het 2010 verschenen Little Vigils bezig met thema’s als de liefde en zijn beslommeringen als kersverse huisvader. Op het onlangs verschenen album Milltowns brengt hij een ode aan zijn collega en mentor Bill Morrissey. Voordat Erelli met het werk van Morrissey in aanraking kwam verkeerde hij in de veronderstelling dat ware troubadours exclusief uit Texas afkomstig waren. Het werk van Bill Morrissey, met zijn schetsen van het kleinsteedse leven in New England, deed hem anders beseffen. Voor Milltowns interpreteert Erelli twaalf Morrissey songs aangevuld met de door hemzelf geschreven titelsong. Erelli nam de basis van het album op bij hem thuis, later aangevuld met de nodige studio opnames. Hij neemt daarbij zelf het leeuwendeel van de instrumentatie voor zijn rekening aangevuld door Sam Kassirer (piano en orgel), Charlie Rose (pedal steel en banjo) en Zack Hickman (staande bas).


Veelvuldige beluistering van het album leidt tot de conclusie dat Milltowns een fraaie collectie weemoedige Morrissey songs behelst. De bedaarde stukken worden hierbij afgewisseld met een aantal luchtigere songs. De dictie van Steve Forbert lijkt daarbij door te klinken binnen bijvoorbeeld Letter From Home en Falls In Love At First Sight. Het lichtvoetig aandoende Long Gone doet her en der wel wat aan de onbezorgde toon van Paul Simon denken. Milltowns opent intiem met een aangename versie van de Morrissey klassieker Birches. Hoewel ik doorgaans geen liefhebber ben van het instrument  onderstreept de goed gedoseerde pedal steel hier, net als op de rest van het album, treffend de alomtegenwoordige melancholie. Het heerlijke orgel bepaalt het meeslepend gebrachte 23rd Street waarbij Anais Mitchell met haar achtergrondvocalen de temperatuur nog een paar graden hoger weet op te stoken. Dit vroege hoogtepunt wordt verderop met Handsome Molly probleemloos naar de kroon gestoken. Ditmaal zingt Kris Delmhorst de gloedvolle tweede stem vergezeld van fraai snarenwerk door Erelli. Soms worden de vocalen in alle bescheidenheid toegevoegd. Zo levert Peter Mulvey bijkans op fluistersterkte zijn bijdrage aan Time To Come Home. Snaren en piano voeren even later het intieme These Cold Fingers aan waarbij Erelli zich ditmaal door Jeffrey Foucault laat assisteren. Spaarzaam aangezet met drums, piano en voorzien van een fraaie gitaar solo klinkt vervolgens She’s That Kind Of Mystery waarbij de achtergrondvocalen van Roze Polenzani zachtjes de oren strelen.


Bill Morrissey stierf in 2011 na jaren van overmatig drinken in slechte gezondheid. Erelli haalt soms pijnlijke herinneringen aan hem op met het zelfgeschreven Milltowns waarmee het album besluit. Prachtige melodieën en harmonieën domineren Milltowns. Mark Erelli betoont met dit album op liefdevolle wijze eer aan zijn voormalige mentor. Sterker, het kan als ijkpunt van zijn gehele werk worden beschouwd.

Hans Jansen.

Webpage http://markerelli.com/
Releasedatum 9 september 2014 Self Released

 

maandag 15 september 2014

The Elizabethan Session

Liefhebbers van Britse folk werden de afgelopen jaren op verschillende projecten getrakteerd. Het recept: sluit een aantal folk muzikanten op in een rustiek gelegen locatie. Vraag hen rondom een thema individueel of samen werk te schrijven. Zo nam het Shrewsbury Folk Festival het initiatief om tot het Darwin Song Project te komen gevolgd door het Cecil Sharp Project. De English Folk and Songs Society zocht samen met het Folk by the Oak festival dit jaar acht artiesten aan om het project The Elizabethan Session vorm te geven. Naast expert oude muziek Emily Askew treden Martin Simpson, Nancy Kerr, Jim Moray, Bella Hardy, John Smith, Hannah James en Rachel Newton aan. Ditmaal was Hatfield House, het ouderlijk huis van Elizabeth I, de plek van samenkomst om muziek geïnspireerd door het Elizabethaanse tijdperk te creëren. Voordat men hiertoe overging liet het gezelschap zich inspireren door een lezing van historicus Ian Mortimer. Het octet nam voor het schrijven van materiaal, repeteren en arrangeren een week de tijd waarna de opnamen van het album binnen een dag werden voltooid.


Dat het Elizabethaanse tijdperk niet voor iedereen ideaal was komt op dit album ruimschoots aan bod. Voor de gewone man waren het zware tijden waarin men zich onmogelijk kon onttrekken aan de eigen klasse. Van rechten voor vrouwen of minderheden had nog niemand gehoord. “Het was een vreemde tijd waarin mensen ronduit racistisch en homofoob waren. Een smerige boel eigenlijk. Tegelijkertijd was het ook een tijd van dichters, hoveniers, ontdekkingsreizigers en muzikanten” aldus Martin Simpson.

Dromerige harpklanken, bespeeld door Rachel Newton, openen het album. Ze staan in schril contrast met de bezongen thematiek van slavernij. De lezing van Mortimer inspireerde Nancy Kerr dusdanig dat ze al de volgende ochtend voor het ontbijt met The Shores Of Hispaniola kwam aanzetten. Vrijwel aan het einde van het album maakt Kerr met pianoballade The Oak Casts His Shadow opnieuw de nodige indruk. Martin Simpson voorziet met Christopher Marlowe op geheel eigen kalme en doorleefde wijze het Elizabethaanse tijdperk van commentaar. Hoewel Marlowe nu gezien wordt als een van de grootste dichters van zijn tijd stond hij in zijn eigen tijd bekend als vechtersbaas, valsemunter, atheïst en homoseksueel. Met licht overstuurde gitaar onderstreept Simpson even verderop het sinistere karakter van Elizabeth Spells Death. De zojuist verordonneerde executie van haar nicht Mary Queen of Scots moest, hoezeer zij ook twijfelde, doorgang vinden. Desnoods met geweld vergelijkbaar met een roedel honden dat een paard verscheurt.


Ook Bella Hardy drukt haar stempel op dit album. Met de akoestische gitaarballade Love in-Idleness brengt zij een klaagzang voor Hermia, een karakter uit Shakespeares Midsummer's Night’s Dream. Verder schetst zij met het al even ingetogen klinkende Hatfield haar eigen jeugdherinneringen aan het ouderlijk huis van Elizabeth. Rachel Newton is op dit album betrokken bij o.a. Eve’s Apology In Defence Of Women/Gather The Owls waarin vooral de vocalen en viool een rol van betekenis spelen. Het stuk mag als een de ode aan Amelia Lanyer, een van de vroege dichteressen, worden beschouwd. Verder brengt ze het dromerige door snaren en bellen bepaalde Come Live With Me. Hier zijn teksten van de al eerder genoemde Marlowe gecombineerd met die van Walter Raleigh waarin een schaapherder naar zijn geliefde verlangt. Binnen het mooi gezongen True Lovers Knot Untied/The Great Hall buitelen de stemmen van Emily Askew en Hannah James fraai over elkaar.

Met The Elizabethan Session brengen de deelnemende artiesten niet zozeer het verleden tot leven maar verkennen dit hernieuwd. Het levert naast intieme songs, die over een scala aan onderwerpen verhalen, wat mij betreft een zeer geslaagd project op.


Hans Jansen.

Webpage http://www.folkbytheoak.com/tes
Releasedatum 9 September 2014 Quercus Records

 

vrijdag 12 september 2014

Clip van de week

Niet alleen een buitengewoon gitarist maar bovendien gezegend met een fraai fluwelen stem. Deze week aandacht voor Kelly Joe Phelps met een bijzondere vertolking van Old Man (Neil Young).


zondag 7 september 2014

Si Barron, Sweet Billy Caution

Niet zelden schuilt de kracht van muziek in eenvoud. De in Somerset gevestigde zanger en multi-instrumentalist Si Barron getuigt van deze kracht op zijn soloalbum Sweet Billy Caution. Si maakt samen met Rosalind Brady deel uit van het duo Barron Brady waarmee hij door het Verenigd Koninkrijk reist. Barron nam zijn laatste album binnen twee dagen op in een Spartaans ingerichte ruimte. Si streefde met deze werkwijze het directe, dynamische geluid na van een live optreden. Hij is hierin zondermeer geslaagd.


Voor Sweet Billy Caution selecteerde Barron negen traditionals en twee covers. Het album is een echte solo-onderneming geworden. Zo neemt Si naast zang ook alle instrumenten voor zijn rekening. Hij maakt hierbij gebruik van o.a. gitaar, dulcimer, harmonium, fluit en spaarzame drums. Daarnaast nam hij tevens het ontwerp van de verpakking voor zijn rekening.

Met de amoureuze avonturen van een bijna zeventienjarige jonge bloem, bezongen in Seventeen Come Sunday, gaat het album van start. Het inventieve gitaarspel van Barron valt meteen in goede aarde. Traditionals zijn niet zelden een verhaal met een moraal. Zo waarschuwt The Sailor Cut Down om het niet met stadse lichtekooien aan te leggen. Het kan dramatische gevolgen hebben. Het verstilde Our Captain Calls vormt de opmaat voor een opmerkelijke versie van Richard Thompson’s Down Where The Drunkards Roll. Barron maakt er een fraai vertraagd geheel van gedomineerd door een pomporgel waarbij hij ook de achtergrondvocalen voor zijn rekening neemt. Het gewas gerst, grondstof voor o.a. bier en whisky, is in alle toonaarden bezongen. Si Barron voegt er met Little John Barleycorn een volgend hoofdstuk aan toe waarbij de gehanteerde fluit de alomtegenwoordige landelijke sfeer benadrukt.


De donkere gitaarballade The Pressgang verhaalt over een zojuist op een oorlogsschip aangemonsterd bemanningslid. De nietsvermoedende jongeman heeft binnen de kortste keren met het fenomeen lijfstraffen te maken. Nooit zet hij meer een voet aan boord! Aangevoerd door een jolig klinkend harmonium klaart het dwaze Spotty Dick de lucht. Naast werk van Richard Thompson kiest Brannon voor een vertolking van de fraaie gitaarballade Prison Song (Ewan Maccoll). Meteen daarop klinkt als tegenwicht het feestgedruis van Come My Lads. Net als het over de mislukte expeditie naar de Noordpool verhalende Franklin en shanty song Leave Her Johnny worden deze stukken door het geraffineerde gitaarspel van Barron bepaald.

Met de verzameling traditionele en eigentijdse folk songs Sweet Billy Caution eist Si Barron met zijn plezierige en kalme stem de volledige aandacht op van de luisteraar. Daarnaast betoont hij zich een uitstekend gitarist. Verder onderstrepen de inzet van de overige instrumenten het bescheiden maar tevens virtuoze karakter van dit album.


Hans Jansen

Webpage http://www.sibarron.eu/index.html
Releasedatum Augustus 20104, Eigen Beheer

woensdag 3 september 2014

Carrie Elkin in de Amer

Carrie Elkin, roots-folk uit Austin

Carrie Elkin uit Austin speelt zondag14 september 2014  Aanvang: 14.00 uur; Voorprogramma 13.15 uur met haar eigen band in de Amer. Carrie haar enthousiasme, stem en verhalen werken vooral live aanstekelijk. Gegarandeerd bezorgt ze vlinders in de buik met  haar liedjes. Carrie wordt muzikaal en vocaal bijgestaan door Anthony da Costa op gitaar en door Lindsay Verrill op cello en bas. Als kind zingt Carrie in de kerk. Ze wordt nationaal acrogym kampioene en ze kan naar het circus. Ze kiest voor de studie psychologie. Met de verhuizing naar Austin in 2007 komt de muziek terug in haar leven. Na twee, in eigen beheer uitgegeven Cd’s, wordt haar debuut op het Red House label; ‘Call it my garden’ (2011) enthousiast ontvangen. Er is een nieuwe solo Cd op komst en een duo Cd met haar echtgenoot Danny Schmidt. Carrie zingt met een emotievol timbre. Haar stem heeft een frisse zwoelheid met daarin alle klankkleur van een beloftevolle avond. Haar composities baseert Carrie op rootsmuziek met invloeden uit de folk, country en blue grass. Het is knap hoe Carrie deze verschillende genres combineert. In haar teksten zingt ze met empathie over de dagelijkse dingen van alledag. Referenties; Gillian Welch, Patty Griffin, Nanci Griffith. Maar Carrie is een klasbak in het genre en uniek zichzelf.

Reserveren via: 06 83 22 56 80


 

maandag 1 september 2014

Clip van de week

Van het op 31 oktober te verschijnen album Nothing Can Bring Back The Hour de video Silverline.
Josienne Clarke & Ben Walker