"All music is folk music. I ain't never heard no horse sing a song" Louis Armstrong

zondag 31 mei 2015

Tuulikki Bartosik & Hannah James, Chatterbox

De uit Derbyshire Engeland afkomstige accordeonist Hannah James speelde jarenlang binnen de folk formatie Kerfuffle alvorens ze samen met Sam Sweeney een duo vormde. Vervolgens trad ze tot de band Lady Maisery toe en vond tevens de tijd om samen met o.a. Hazel Askew het trio The Askew Sisters actief te worden. Ik ken haar tevens van The Elizabethan Sessions project. Daarop werkt ze met artiesten als Martin Simpson, Nancy Kerr en Bella Hardy samen. De oorspronkelijk uit Estland afkomstige, nu in Zweden wonende, Tuulikki Bartosik speelt eveneens accordeon. Zij studeerde traditionele muziek in Helsinki en Stockholm. Afgelopen jaar ontmoeten beide dames elkaar op het Gower Folk Festival. Dit resulteerde onlangs in het album Chatterbox.


Naast accordeon is de soms woordeloze zang van beiden te horen. Her en der speelt de zogenaamde Welsh drum een rol evenals een xylofoon. Medeproducer Dylan Fowler speelt gitaar. Hun stijlen en vaardigheden vullen elkaar aan en leveren interessante en soms enigszins gekke ideeën op aldus Hannah James. Het levert in ieder geval een buitengewoon origineel album op.

Voor de opnamen van een gedeelte van het album trokken beide dames naar het in Wales gelegen nationale park Brecon Beacons. Julie Murphy paste voor haar vorig jaar verschenen Mermaid EP overigens hetzelfde procedé toe. In een daar gelegen grot maakten Tuulikki en James gebruik van de door moeder natuur aangelegde akoestiek. Voorbeelden hiervan zijn het korte en geheimzinnige Cave - Calm en het spannend klinkende CavePlayful. De vier in de grot opgenomen stukken zijn allen improviserend tot stand gekomen. Alvorens beiden ondergronds gaan brengt men overigens eerst met Mias Polska een ferme dans ten gehore. Verderop klinkt het fraaie en ingetogen Lonesome Woods waarbij accordeon en stemmen van een subtiele akoestische gitaar worden vergezeld. Tevens is er ruimte voor verschillende traditionele stukken uit de Scandinavische traditie. Zo klinkt er de aanlokkelijke uit Finland afkomstige traditional Karelian, het uiterst levendige Ellin Polka en de bruiloftsmars Leksands Brudmarsch.


Voor liefhebbers van accordeon- en volksmuziek is Chatterbox een album om te ontdekken. De reis gaat van o.a. Wales naar Zweden, Finland, Estland en wie weet naar Hongarije.


Hans Jansen

Website http://tuulikkibartosik.com/chatterbox/
Releasedatum 25 mei Rootbeat
 

vrijdag 29 mei 2015

The Railsplitters, The Faster It Goes

Na het ontijdige verscheiden van één van de meest aansprekende bluegrass formaties Joy Kills Sorrow slaakte ik onlangs een zucht van verlichting. De ontstane leemte werd door Lindsay Lou & The Flatbellys met overtuiging gevuld. Ruim een maand later werd ik de eigenaar van het tweede album van de uit Boulder Colorado afkomstige stringband The Railspitters. Hun tweede album The Faster It Goes draait sinds enige tijd overuren.


Na het succes van het titelloze debuutalbum uit 2013 toerden The Railsplitters volop door de Verenigde Staten. Voor het nieuwste album liet men zich wederom inspireren door bijvoorbeeld het geluid van The Infamous Stringdusters en Lake Street Dive. Naast bluegrass zijn er invloeden vanuit o.a. americana, country en doowop te beluisteren. Voor The Faster It Goes nam het gezelschap zelf de productie ter hand. De band bestaat uit Lauren Stovall (gitaar), Christine King (viool), Dusty Rider (banjo), Peter Sharpe (mandoline) en Leslie Ziegler (staande bas). Banjo bespeler Rider schreef het grootste gedeelte van het materiaal. Frontvrouw Lauren Stovall neemt het leeuwendeel van de zeer geslaagde vocalen voor haar rekening. Daarnaast leveren alle Railsplitters achtergrondvocalen aan. Op The Faster It Goes brengt het gezelschap naast zelfgeschreven werk een cover vergezeld van een aantal instrumentals.

The Railsplitters openen het album met Tilt-a-Whirl. De hierin bezongen gedachten draaien minstens zo snel in de rondte als de kermisattractie waarmee zij vergeleken worden. Zo, het tempo zit er meteen lekker in. Zoals binnen vrijwel alle stringbands gebruikelijk is bespelen de leden van deze stringband hun instrument zonder uitzondering op virtuoze wijze. Dit leidt echter nergens tot overmatige solo’s of ander overbodig gepiel. Binnen It’s A Little Late is ter illustratie hiervan een dalende melodielijn opgenomen waarin viool en mandoline fraai met de zang hand in hand samen gaan. Het opgewekt klinkende You is terecht als single uitgebracht. Met zijn aanstekelijke melodie doet het dienst als ideale staalkaart van het talent van dit gezelschap. Het verderop gebrachte Planted On The Ground behoort tot de hoogtepunten van het album. Grandioos hoe men hier zowel versnelling als vertraging aanbrengt. Naast al dit lekkers plaatst de band op het album goed verdeelde instrumentale stukken. Zo is er het kalme The Estuary te horen evenals Goosetown waarbinnen o.a. mandoline en viool beurtelings excelleren.


Wat mij in het bijzonder zo aan de door stringbands gebrachte muziek bevalt, is het ongedwongen optimistische, energieke en vrolijke karakter van deze muziek. Uiteraard zit het leven binnen deze gedreven gespeelde akoestische muziek ook wel eens niet mee. Zo is er bijvoorbeeld wel eens sprake van een gebroken hart. Gelukkig blijft men hier niet eindeloos mee tobben zoals elders wel eens het geval is. Het leven is er ten slotte om zoveel als mogelijk voluit te beleven en niet om er aan te lijden. Dit album is voor iedereen die bluegrass in het hart gesloten heeft. The Faster It Goes… van harte aanbevolen!


Hans Jansen.

Website http://www.therailsplitters.com/
Releasedatum 21 mei 2015, Eigen Beheer
http://www.cdbaby.com/cd/therailsplitters2
  

woensdag 27 mei 2015

Robyn Stapleton, Fickle Fortune

Vorig jaar werd de Schotse folkzangeres Robyn Stapleton met een zogenaamde BBC Radio Scotland Young Folk Award vereerd. Zij studeerde muziek aan de Irish World Academy in Limerick. Het afgelopen jaar trad ze veelvuldig op en werkte samen met o.a. Emily Smith. Onlangs bracht zij haar debuutalbum Fickle Fortune uit. Stapleton is afkomstig uit Stranraer in het zuidwesten van Schotland. Op heldere dagen kan je Ierland zien liggen. De mensen afkomstig uit dit gebied hebben nauwe banden met het buurland.


De afgelopen jaren ervoer Robyn hoezeer elke beslissing of gebeurtenis, hoe klein ook, het leven danig kan veranderen. De op Fickle Fortune bezongen traditionele verhalen handelend over de wending van het lot zijn in onze tijd minsten zo relevant als in de tijd dat zij geschreven werden is de stelling van Stapleton. Dit is de rode draad binnen de fraaie selectie van twaalf stukken afkomstig de Ierse en Schotse traditie. Zij brengt het materiaal zowel in het Engels, Schots als in Gaelic. Robyn concentreert zich hierbij geheel op haar eigen klassiek geschoold klinkende stem voorzien van fraai vibrato. Muzikale ondersteuning wordt geboden door Alistair Iain Paterson (piano), Kristan Harvey (viool), Hajime Takahashi (gitaar) en Stephen Heffernan (accordeon).

Het album opent met de donkere ballade The Two Sisters die opvallend genoeg voorzien is van een opgewekt klinkende melodie. Vergezeld van gitaar en accordeon neemt Stapleton vervolgens gas terug met de bijzonder fraai ingetogen gebrachte Ierse ballade Bruach Na Carriaige Báine. Met dit in Gaelic gezongen stuk laat ze de luisteraar pas echt goed kennismaken met alle facetten van haar bijzondere stem. De pianoballade Blue - Eyed Nancy was het eerste stuk dat Robyn tijdens haar verblijf aan de Irish World Academy instudeerde. Het is een van haar favoriete stukken, wat mij betreft is het tevens één van de hoogtepunten van dit album. Bonnie Woodhall, het lied over de mijnwerker die zich als soldaat aanmeldt om ten strijde te trekken, kent vele vertolkingen. Tot de meest memorabele reken ik die van zowel Niamh Parsons als die van Niamh Dunne. De door gitaar en viool begeleidde versie van Stapleton mag zich sinds kort zondermeer tot dit eersteklas gezelschap rekenen.

 
Met het op muziek gezette gedicht Noran Water, de veelgelaagde ballade Willie o’ Winsbury en het stemmige What A Voice weet Stapleton de luisteraar verder aan zich te binden. Wat een stem. Naast fraaie ballades kent Fickle Fortune tevens het opgewekte en tot mee neuriënd uitnodigende Jack Hawk’s Adventures In Glasgow. Met het al even levendig klinkende The Lads That Were Reard Amang Heather sluit het album af. Hiermee is de cirkel rond. Het stuk bezingt de avonturen van een levenslustige jongedame die zich weinig aan verfijnd voedsel of mooie jurken gelegen wenst te laten liggen. Met de jongens dansen zal ze!

Met Fickle Fortune brengt Robyn Stapleton een even fraai als smaakvol geïnstrumenteerd album. Klasse debuut!


Hans Jansen


Website http://www.robynstapleton.com/

Release datum 1 juni 2015 Laverock Records


 

zondag 17 mei 2015

Andy Kirkham, Not one but another

Met zijn vijfde album Not one but another verschijnt de Britse zanger, gitarist en liedjesschrijver Andy Kirkham eindelijk op mijn radar. Hij laat zich als een bijzonder begenadigd gitarist kennen die o.a. Oost Europese en Afrikaanse muziek speelt. Hij nam in het verleden materiaal van zowel Ali Farka Toure, Martin Simpson, Villa Lobos als van Astor Piazzola onderhanden. Voor Andy is de wereld een dorp. Op zijn debuutalbum Unsui bracht hij werk van o.a. Bert Jansch, John Renbourn en John Martyn. Deze namen worden tegenwoordig net iets te vaak genoemd, de lezer mag ze wat mij betreft meteen ook weer vergeten. Wanneer ik er in geslaagd ben om aan te geven dat Not one but another mij dikwijls aan de fraaie akoestische folk muziek uit begin jaren zeventig deed denken dan ben ik een tevreden mens.


Wie ver reist kan veel verhalen. Juist dit doet Kirham op zijn nieuwste album met negen zelfgeschreven stukken en twee traditionals. Na een lange reeks van concerten weer thuiskomen is hetgeen hij bezingt in opener Travelling Song. Het kalme glashelder opgenomen akoestische gitaarspel domineert meteen, hier bijgestaan door een accordeon. Het zal hét recept voor het gehele album blijken. Stem en gitaar vergezeld van een enkel ander instrument. Zo klinkt op het net iets meer tempo makende Call Me tevens de staande bas maar ook een pan met water die als percussie instrument wordt ingezet. De uit het Midden Oosten afkomstige traditional Lammah Badah opent met een fraaie Spaanse gitaar. Cahon en viool versterken vervolgens de Mediterrane sfeer.

Met het beknopte instrumentale Ottro Pollo Verde laat Andy zich als de ingetogen gitarist kennen die ooit werk van Eric Satie opnam. Meteen daarop volgend brengt hij het eveneens instrumentale Cat Bells waarop van meer dynamiek sprake is en alles uit de kast mag. Het hooggestemde derde instrumentale stuk Pteraphyllum Scalore (Angel Fish) lost even verderop de inmiddels even hooggestemde verwachtingen volledig in.


Tot de mooiste stukken van dit album reken ik zondermeer de uit West Afrika afkomstige traditional Jarabi. Staande bas en kalebas ondersteunen niet slechts het lome ritme maar zorgen tevens voor de nodige couleur locale. Met het ingetogen Sundown, geïnspireerd op de begrafenis van Margaret Thatcher, sluit Kirkham het album af. Gesloten fabrieken en daardoor ten dode opgeschreven dorpen vormen de achtergrond. Bij deze terugblik op de gevolgen van het door de Iron Lady gevoerde desastreuse beleid laat Andy zich nog eenmaal gewapend met stem en gitaar van zijn beste kant laat zien.
 
Met Not one but another neemt Andy Kirkham de luisteraar mee op reis. Hij deelt zijn persoonlijke ervaringen zowel thuis als onderweg opgedaan. Het levert een veelzijdig album op dat mij in korte tijd dierbaar geworden is.


Hans Jansen

Website http://andykirkham.com/
Releasedatum Mei 2015 Eigen Beheer
 

vrijdag 8 mei 2015

Dana Sipos, Roll Up The Night Sky

Na ruim 40 jaar intensief muziek luisteren dichtte ik mijzelf zo langzamerhand het talent toe dat ik op basis van het hoesontwerp beoordelen kon of het daarbij horende album mij al dan niet zou aanspreken. Eerlijk gezegd kwam ik daar doorgaans een heel eind mee. Het laatste album van zangeres en liedjesschrijfster Dana Sipos zette mij onlangs echter compleet op het verkeerde been. Roll Up The Night Sky leek mij op basis van de hoes totaal oninteressant.


Dana Sipos is afkomstig uit Yellowknife. Deze subarctische stad ligt in het hoge Noorden van Canada. De afgelopen jaren toerde ze intensief waarna ze onlangs in Banff middenin de Canadese Rocky Mountains neerstreek. Samen met producer en multi-instrumentalist Jordy Walker werkte zij een paar maanden aan haar nieuwste album Roll Up The Night Sky. Bij de eerste beluistering moest ik diep in mijn geheugen graven. Aan welke artiest herinnerde Dana Sipos mij ook alweer? Juist, aan Danielle Doyle. De warm hese stem van beide dames kent enige overeenkomst. Bij het bespreken van Doyle’s The Cartographer’s Wife werd geheel terecht een link naar de stem van o.a. Natalie Merchant gelegd. In tweede instantie moest ook ik bij het ondergaan van Roll Up The Night Sky aan het werk van deze voormalige 10.000 Maniacs frontvrouw denken.

Het werk van artiesten afkomstig uit landen met een indrukwekkende natuur wordt niet zelden in hoge mate mede daardoor bepaald. Ook Sipos weeft de nodige smaakvolle impressies uit het Canadese landschap door haar teksten. Het geluidsbeeld wordt naast haar fraaie stem ingevuld door o.a. gitaar, bouzouki, staande bas, mandoline, banjo, piano en omfloerst gespeelde percussie, strijkers en blazers.


Roll Up The Night Sky opent met het eenvoudig vormgegeven Old Sins waarna Dana Sipos het album langzaam maar zeker in al zijn variëteit opbouwt. Het opgeruimd klinkende My Beloved is van een welhaast jubelende tekst voorzien. Gecombineerd met de vrolijke melodie doet het wel wat aan het werk van de al eerder genoemde jonge Natalie Merchant denken. Het stuk is geïnspireerd op het Hooglied, afkomstig uit het Oude Testament. Met het in dromerige melancholie gedrenkte Portraits slaat het album juist richting bedachtzame schoonheid in. Sipos bezingt hier het enigszins onrustige gevoel dat je krijgt wanneer je een wandeling door een oud huis maakt waarbij alle portretten naar je lijken te kijken. In diezelfde categorie is het innemende Road To Michigan te plaatsen. Omfloerste drums en strijkers doen ook hier hun werk. Met het wederom van een fraaie melodielijn voorziene Holy People en A Coronary Tale stuurt Dana Sips vervolgens het album een andere kant op. Het in Oosterse sfeer badende Full Moon Sinners sluit het album af.

Met Roll Up The Night Sky brengt Dana Sipos een album waarop werkelijk alles bijzonder fraai afgewogen en wonderwel bij elkaar passend klinkt. Dit ingetogen en volstrekt naturelle album verdient zondermeer de onverdeelde aandacht van iedereen die folk georiënteerde muziek aan het hart drukt.


Hans Jansen

Website http://www.danasipos.com/
Release datum 30 April 2015 Muddy Roots Music Recordings