"All music is folk music. I ain't never heard no horse sing a song" Louis Armstrong

zaterdag 31 maart 2012

Nels Andrews, Scrimshaw


Nels Andrews, Scrimshaw

In 2004 debuteerde Nels Andrews  met zijn album Sunday Shoes. Een album propvol sterke liedjes voorzien van kop en staart waarin regelmatig een warme woestijnwind leek te waaien. Drie jaar later kwam Andrews met opvolger Off Track Betting op de proppen. Ditmaal in een productie van multi-instrumentalistTodd Sickafoose. Sonische randjes bestaande uit o.a. het wine glass orchestra versierden het geheel. Tegelijkertijd onttrokken ze soms het zicht op songs die eerlijk gezegd niet allemaal even sterk uit de verf kwamen. Nu vijf jaar later presenteert Andrews zijn derde album Scrimshaw.

De productie is wederom in handen van Sickafoose en het album telt grotendeels dezelfde bezetting als zijn voorganger. Gelukkig is ook snarenwonder Brandon Seabrook wederom van de partij op banjo, mandoline en akoestische gitaar. Tijdens live concerten maakte hij de nodige indruk met zijn bijzonder geïnspireerde en licht excentrieke snarenspel.

Live optredens van Nels Andrews zijn een loterij. Soms is hij zeer op dreef en ervaar ik zijn concerten als magisch dan weer werkt Andrews zijn optreden welhaast plichtmatig af. Zo zag ik hem en zijn maatje Seabrook eens in Lage Vuursche op de top van zijn kunnen. Tijdens Take Root stond Andrews met zijn band in Groningen de set zonder vuur afwerken. Een artiest als Andrews in de aankomsthal programmeren grenst wat mij betreft ook aan een regelrechte belediging. In dezelfde hal waar het geachte publiek de voeten afveegt en de jas ophangt kan vrijwel niemand tot zijn recht komen.

Op Scrimshaw wordt de vaste kern van muzikanten aangevuld met o.a. Savannah Jo Lack op viool en de vocalen en fluit van Nuala Kennedy. Verder vallen meteen de fraai uitgewerkte koortjes op waarin o.a. Anthony Da Costa en de door mij zeer bewonderde Raina Rose de scepter zwaaien. Een eenzaam en zachtjes huilende pedal steel versterkt de steevast licht melancholische ondertoon waarin Andrews zo excelleert.

Walvisjagers waren in vroeger tijden soms jaren achtereen onderweg om de buit te verschalken. Soms duurde het weken voordat zich een walvis liet zien. Opvarenden hadden op hun lange zee-reizen veel vrije tijd die men vulde met het maken van zelfvlijtproducten voor eigen gebruik of om een kleine bijverdienste te hebben. Scrimshaw werd gemaakt van tanden van zeezoogdieren zoals potvissen en walrussen die in een naïeve stijl gegraveerd werden met scheepsverhalen, versjes, boodschappen of tekeningen. Andrews liet zich bij het tot stand komen van zijn nieuwste album door dit gegeven inspireren. Hier graveert Andrews op geheel eigen wijze zijn verhalen, ditmaal in een plastic schijfje.

Nels Andrews brengt op Scrimshaw meeslepende ballades als Tridents, Small Victories en afsluiter Wisteria. Ook is er up-tempo werk als Starboard te horen en voorzien van een strak spelende ritme-sectie en sterke melodie. Andrews voorzag het door WB Yeats geschreven gedicht Three Hermits van muziek waarbij Brandon Seabrook schittert op springerige snaren. Verder leeft Andrews zich uit in een aantal bijzonder sterke en lang uitgesponnen stukken als Barroom Bards. Hier regeren mandoline en een gemeen krassende gitaar schijnbaar rechtstreeks afkomstig uit een spaghetti western spelend in het gebied tussen Californië en Mexico. De Barroom Bards worden uitgebreid uitgeluid  door het fameuze “Chorus Choir”. Met Lost Year (Off Track Betting), Andrews kan het niet laten met werkelijk elk album ook weer naar zijn eigen werk te verwijzen, levert Nels nogmaals een huzarenstukje af. Ditmaal gedragen door een fraai strijkersarrangement en in het oor springende percussie gevolgd door een fraai coda.

Op Scrimshaw combineert Nels Andrews zijn vakmanschap met zin voor goed gedoseerd avontuur en overtreft hiermee zichzelf ruimschoots.

Hans Jansen

Website http://www.nelsandrews.com
Releasedatum, 6 maart 2012, Self Release. 

dinsdag 13 maart 2012

Miranda Sykes & Rex Preston


Miranda Sykes & Rex Preston

Miranda Sykes is ruim 8 jaar lid van het in Engeland zeer populaire Show of Hands en bespeelt de contrabas. Daarnaast produceerde zij tot op heden drie verdienstelijke solo-albums. Rex Preston figureert prominent in de kleine Britse blue-grass scene en bespeelt ruim 20 jaar de mandoline, de laatste jaren binnen The Scoville Units. Wanneer Miranda 3 jaar geleden een gastoptreden binnen The Scovillle Units verzorgt, vinden beiden elkaar in zowel muzikaal als in relationeel opzicht. Een serie gezamenlijke optredens doet de vraag naar een duo-album toenemen.

De ongebruikelijke combinatie van het diepe contrabas geluid en de veelzijdig inzetbare mandoline vergezeld van vocalen blijkt wonderwel te werken. Beiden voelen zich aangetrokken tot hedendaagse songs waarin niet zelden een jazzy ondertoon te beluisteren is. Het titelloze debuutalbum van dit duo laat horen dat de talenten van beiden in deze muzikale habitat hier volop tot wasdom komen.
Gezamenlijk selecteerde men een aantal bijzondere covers vergezeld van een incidentele traditional en een zelfgeschreven instrumental. Rex Preston ontfermt zich over de productie hierbij geholpen door Joe Rusby. Preston covert Love Is Not A Flower (Ryan Roberts) en brengt verder de traditional A Kiss In The Morning Early evenals de sierlijke instrumental 4AM.

Het leeuwendeel van de vocalen op dit debuut worden echter door Sykes gebracht. Zij blijkt over een warme, krachtige en heldere stem te beschikken waarmee zij ook probleemloos hoger gelegen gebieden weet te bereiken. Het album opent met de weergaloze cover Old Man Times (Kate Rusby). Het opgeschroefde tempo en Miranda’s vocale inzet blaast hierbij het stof van het origineel. Opvolger Only One Way (Karine Polwart) weet volop te profiteren van de kleine bezetting en wint hierdoor aan kracht.

Peter Bradley Adams mag zich tweemaal in de belangstelling van het duo koesteren. Zijn So Are You To Me en ook de verstilde ballade I Tell Myself wordt hier gebracht. Als onverbeterlijk liefhebber van dergelijke verstilling ervaar ik dit als één van de hoogtepunten  maar laat ik niet op de zaken vooruit lopen. Preston’s vroegere studie electronische muziek leidde wellicht tot de keuze om Between Sheets van Imogen Heap te coveren en is hier in feërieke vocalen gedrenkt. Meer aardse sferen worden in het jazzy Sweet Pea / Mean To Me (Amos Lee/ Roy Turk & Fred E. Ahlert) aangeboord. Met Trouble (Over The Rhine’s Karin Bergquist) voegen beiden een snufje swing toe.

In vocaal opzicht dicht ik Sykes het nodige toe, zoveel mag inmiddels wel duidelijk zijn. De angstwekkende intensiteit van Patty Griffin streeft zij gelukkig niet na in het fraai gebrachte Rain. En wat staat “gewoon heel erg mooi” dit lied hier goed zonder afbreuk aan het origineel te doen. Afsluiter One Good Year (Slaid Cleaves/ Steve Brooks) vormt het voorbeeldige slotstuk van dit al even voorbeeldige debuutalbum. In eenvoud schuilt kracht.


Hans Jansen

Website, http://www.sykespreston.com/
Releasedatum, 20 februari 2012, Hands On Music