"All music is folk music. I ain't never heard no horse sing a song" Louis Armstrong

zondag 25 september 2011

Diverse Artiesten, Cecil Sharp Project 2011



Diverse Artiesten, Cecil Sharp Project 2011

Vraag acht artiesten een week lang te logeren in het landelijk gelegen Henley Farmhouse in Shropshire Engeland en reik ter inspiratie een overkoepelend thema aan. Inviteer musici afkomstig van beide kanten van de Atlantische Oceaan en laat het creatieve proces zijn werk doen. Ziehier het recept uitgeschreven door de mensen van het Shrewsbury Folk Festival en in 2009 reeds succesvol toegepast op het DarwinSong Project waarin de grondlegger van de evolutieleer gelauwerd werd. Grootheden als Chris Wood, Krista Detor, Mark Erelli en Karine Polwart gaven toen hier de toon aan. Ditmaal staat music collector Cecil Sharp centraal op het naar hem genoemde Cecil Sharp Project.

Singer songwriter Steve Knightley, folk-diva Jackie Oates, accordeonist Andy Cutting, violiste en zangeres Patsy Reid, Jim Moray en multi-instrumentalist/zangeres Kathryn Roberts geven vanaf de Britse eilanden acte de presence. Noord Amerika is vertegenwoordigd door Leonard Podolak (Dukhs) en Caroline Herring. Cecil Sharp (1859 – 1924) is Engeland’s meest vooraanstaande folk music and dance collector en vrijwel in zijn eentje verantwoordelijk voor de eerste folk-revival aan de overkant van Het Kanaal. Hij verzamelde door de jaren heen ruim 4700 verschillende traditionele folk songs in zowel Engeland als Noord Amerika hierbij geholpen door zijn assistent Maud Karpales. North Carolina, Kentucky, Virginia, Tennessee en West Virginia was zijn Amerikaanse jachtgebied waarbij Sharp van origine Britse folk songs in onvermoede variaties terugvond in Apalachia.

Ter voorbereiding op dit project werd aan de deelnemende artiesten uiteraard enige achtergrondinformatie verstrekt. Tegelijkertijd nam men zich voor op zijn hoogst met ruwe schetsen af te reizen naar Shropshire. Steve Knightley opent het album met het energieke Mining For Songs waarin hij Cecil Sharp en zijn werk meteen goed op de kaart zet: “I seek stories, dances, tunes and words. Rich veins lie in these hills”. Diezelfde gedrevenheid is terug te horen op het aanstekelijke en door hem geschreven en gezongen Aunt Maria. Vrijwel aan het einde van het album weet Knightley diepe indruk te maken met het ingetogen The Ghost of Song waarin Caroline Herring een fraai staaltje namen noemen ten beste geeft en hiermee the ghost of the people Sharp collected songs from te eren.

Jackie Oates overtuigd met de ballade Mother Engeland en het samen met Caroline Herring gebrachte The Lovers Lament, dit is superieure smart. Kathryn Roberts schittert in een medley gekscherend Cecil’s Greatest Hits Vol. 1 getiteld en een uitbundige versie van Child’s Song – Barbara Allen. Leonard Podolak levert een fraaie cover van het overbekende The CooCoo Bird aan naast een hilarische versie van het klapstuk Ol’ Groundhog.

Eerlijk gezegd heb ik het werk van Caroline Herring tot nu toe links laten liggen, na beluistering van haar prominente bijdrage aan het Sharp project lijkt dit toch een verkeerde inschatting te zijn geweest. Hier brengt zij samen met Jackie Oates en Kathryn Roberts het meeslepende Meadows of Dan en hoogtepunt Black Mountain Lullaby. De droeve lotgevallen van de kleine Jeremy Davidson verwoord in een zelfgeschreven murder ballad waarin men vocaal ongekende hoogten bereikt.
Rest mij nog te zeggen dat Andy Cutting op trekzak alomtegenwoordig is evenals Patsy Reid op viool. Samen brengen zij het verzamelde werk “Jeff Sturgeon’s – I Like You, You’re Common – When Lenny Met Andy Met Patsy”. Jim Moray eert Sharp met de Morris dance Dear Kimber en de akoestische gitaarballade Earl Brand.

Cecil Sharp Project 2011 is een rijk gevulde schatkamer en tevens voorzien van een integrale live uitvoering op bijgeleverde dvd.


Hans Jansen.

Releasedatum, 5 september 2011, Shrewsbury Folk Festival.
Website http://www.cecilsharpproject.com/artists.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten