Chris Sarjeant,
Heirlooms
De
opmars van vrouwen binnen bedrijven en instituties is de afgelopen decennia
indrukwekkend te noemen. Het aandeel van vrouwen in de hogere functies blijft nu
nog steken op 20 procent. Het is, op basis van het feit dat meisjes het binnen
het onderwijs al jaren lang beter doen dan jongens, slechts een kwestie van
tijd dat de rollen omgedraaid zijn. Over 25 jaar zal de discussie over
mannenquota gaan i.p.v. over vrouwenquota. Sinds enkele jaren heeft zich dat
proces binnen mijn muziekcollectie voltrokken. Kijk ik naar mijn jaarlijsten
van de afgelopen vier jaar dan worden deze in toenemende mate (50 tot 80
procent) bevolkt door vrouwelijke artiesten. Onlangs vroeg ik mij af of er
binnen bijvoorbeeld de Engelse folk überhaupt nog wel mannen met talent aan de
weg timmeren. Als late her bekeerde maakte ik een inhaalslag door het werk van
o.a. Chris Wood, Martin Simpson en ook Nic Jones te kopen maar veel meer mannen
dan dat konden tot heden mijn aandacht niet trekken. Totdat onlangs het werk
van Chris Sarjeant mijn weg kruiste. Met een schok van herkenning realiseerde
ik mij dat Sarjeant, weliswaar als beginnend artiest, in dit illuster
gezelschap thuishoort.
Zowel
vader Derek als moeder Hazel was vanaf de jaren zestig actief binnen de Britse
folk-scene. Chris liet zich begin deze eeuw aanvankelijk opleiden tot klassiek
pianist aan het Royal Northern College of Music te Manchester alvorens hij de
geluiden uit zijn jeugd herontdekte en het roer omgooide en besloot om zich
verder aan de volksmuziek te wijden. De
eerste vrucht van zijn inspanningen zag onlangs het licht onder de
toepasselijke titel Heirlooms (Erfstukken).
De titel verwijst naar een aantal nummers gekoesterd en doorgegeven door
opeenvolgende generaties binnen zijn familie. Hij combineert deze met een
aantal van zijn eigen favorieten waarbij zijn onderscheidende akoestische
gitaarspel en zijn aangename en kalme voordracht centraal staan. Sommigen
trekken hierbij lijntjes naar het werk van groten als Martin Carthy maar ook Dick
Gaughan. Naast vocalen en gitaar levert Sarjeant harmonium en piano aan verder
bijgestaan door accordeon, melodeon, concertina, percussie en verschillende
strijkers. Prominente gasten zijn Jackie Oates (viola, achtergrondvocalen) en
Vicki Swann (nyckelharpa, staande bas).
Het
album opent met de prachtballade Bonny
Labouring Boy die Chris van zijn vader leerde. Zijn fraaie stem en
akoestische gitaarspel boeien meteen en trekken de luisteraar het album binnen.
Sarjeant toont zich op het gedragen gebrachte Lord Marlborough als een volleerd verhalenverteller waarbij zijn
stemgebruik mij meermalen aan Chris Wood doet denken. Even verderop volgt
verdere verstilling met Farewell Dearest
Nancy waarop Sarjeant zichzelf op piano begeleidt hier vergezeld van een
viool. Op Streams of Lovely Nancy en
mijn persoonlijke favoriet Bay of Biscay
duetteren Sarjeant en Jackie Oates waarbij beider stemmen fraai samensmelten.
Van een toekomstig duo-album valt voorlopig slechts te dromen.
Naast
stijlvolle ingetogenheid valt er op Heirlooms
ook ruimschoots van de nodige lichtvoetigheid te genieten. Zo is er het
vrolijke Coast of Barbary waarbij de
aldoor feestelijk klinkende concertina in het oor springt en ook Chilbridge Fair met zijn aanstekelijke
ritme en accordeon. Het
enige moderne lied dat binnen deze collectie opgenomen is heet Coal not Dole, een welbekende politieke
slogan in de Thatcher jaren. Wellicht is Coal
not Cole nog het best bekend in de versie van John Tams. Het is door Kay
Sutcliffe geschreven wiens man in 1984 bij een tragisch mijnongeluk om het
leven kwam. Ter verdere verluchtiging van Heirlooms
strooit Sarjeant met een tweetal instrumentale stukken. Op Once I Loved a Maiden Fair laat Chris zich inspireren door Dave
Swarbrick’s vroegere versie op mandoline nu hier op akoestische gitaar gebracht. Het door
Kathryn Tickell’s geschreven en van origine op o.a. Northumbriam Pipe gespeelde AB Hornpipe/Mrs Bolowski’s wordt nu van
een even puntige als elegante akoestische gitaar voorzien.
Het
album sluit af met Wanton Seed. Het
betreft hier een traditional ook door Nic Jones vastgelegd op zijn album The Noah’s Ark Trap. Dit is Sarjeant ’s
eigen bescheiden hommage aan de grote meester die ondanks de desastreuze gevolgen
van zijn auto-ongeluk begin jaren tachtig nu voorzichtig weer aan de weg
timmert.
Op Heirlooms brengt Chris Serjeant van generatie op generatie doorgegeven verhalen. Verhalen als geschenken uit heden en verleden opnieuw opgepoetst. Een debuut dat dromen doet van een glansrijke loopbaan. Wat mij betreft: debuut van het jaar!
Hans Jansen
Releasedatum, 4 juni 2012 Wild Goose
Geen opmerkingen:
Een reactie posten