Maz O’Connor, Upon a Stranger Shore
Maz
O’Connor groeide op in een muzikaal gezin in graafschap Cumbria Engeland. Haar
vader was actief als Morris danser en haar moeder gaf muziekles. Op jonge
leeftijd nam Maz piano- en vioollessen en zong tevens in het schoolkoor. Verder
zong ze in het jeugdensemble Folkestra North geleid door Kathryn Tickell. Later
trad zij toe tot de band van haar broer Last Order, liveoptredens vormden haar
verder. Haar muzikale voorkeur ging uit naar liedjesschrijvers als Nick Drake,
Joni Mitchell en Bob Dylan.
In 2009 was zij finaliste in de BBC Young Folk Award en debuteerde vorig jaar met haar e.p. On Leaves or on Sand waarop o.a. een cover van het door Drake geschreven From The Morning. Vorige maand verscheen van deze twintigjarige het debuutalbum Upon a Stranger Shore getiteld. O’Connor presenteert hier een mooie mix van gekende traditionals en zelfgeschreven songs. Maz laat zich begeleiden door rechterhand Matthew Jones op gitaar en staande bas, broer Joe O’Connor bespeeld de melodeon, Nicola Lyons de viool, Jim Molyneux verzorgd percussie en achtergrondvocalen, multi-instrumentalist Sam Sweeney (bekend van o.a. Bellowhead en Fay Hield) draagt cello en viool aan.
Maz
O’Connor beschouwt zichzelf inmiddels meer als zangeres dan als instrumentalist.
In het recente verleden volgde zij een workshop geleidt door de illustere Chris
Wood. Zijn advies: “laat je stem minder soeperig klinken”. Met het klimmen van
de jaren zal zich wellicht nog wat meer patina op haar stembanden vestigen. Op Upon a Stranger Shore concentreert Maz zich
op de zang naast een incidentele inbreng op gitaar en shruti box. Haar heldere,
pure en ook delicate stem spreekt meteen aan waarbij het soms lichtvoetige en
springerige werk associaties oproept met de jonge Natalie Merchant en haar
10.000 Maniacs maar ook met het werk van bijvoorbeeld Bella Hardy.
Upon a Stranger
Shore
opent met traditional en zeemanslied South
Australia waarin de melodeon van broer Joe prominent figureert gevolgd door
de intieme “patchwork song” Red Red Rose.
O’Connor blijkt een liefhebber van dergelijk zelf samengevoegde stukken te zijn
waarin zij soms een stukje zelfgeschreven werk frommelt. Woody Guthrie wordt in
zijn honderdste geboortejaar geëerd door Hard
Ain’t It Hard op te nemen. Hier wordt het in een geheel eigen en trage
uitvoering gebracht met ondersteuning van akoestische gitaar en viool. Ronduit
vrolijk en bijzonder aanstekelijk klinkt het door O’Connor geschreven Rambling Free. De sterke melodie en het
klaterende gitaarspel echoën nog lang na.
Ook
Stormalong blijkt een zogenaamde
“patchwork song” te zijn opgetrokken uit twee
traditionele zeemansliederen waarin de fraaie samenzang opvalt. Naast
het al eerder genoemde Rambling Free
legt O’Connor nog drie zelfgeschreven stukken vast. Deze songs kunnen zich goed
kunnen meten met het overige materiaal en haar eigen stem en stijl schijnen hier
helder door. Zo is er het intimistische en elegante Song Of Old Worlds en Whitley
Bay maar ook het aanstekelijke Black
And Blue.
Op
speciaal verzoek van haar vader krijgt de traditional Leaving Of Liverpool een plekje op het album en brengt O’Connor a-capella
de ook van Kate Rusby en Steve Tilston bekende traditional Constant Lovers. Afsluiter is het met shruti box openende Caw The Yowes. O’Connor neemt de tijd om
het op muziek gezette gedicht van Robert Burnes stijlvol voor te dragen waarbij
haar stem in verschillende laagjes is vastgelegd.
Met Upon a Stranger Shore levert de jeugdige Maz O’Connor een opvallend sterk debuut af. Ik zie uit naar het verdere vervolg van haar loopbaan.
Hans Jansen
Website
http://www.mazoconnor.com/
Releasedatum
2 juli 2012, Demon Barber Sounds
Geen opmerkingen:
Een reactie posten