"All music is folk music. I ain't never heard no horse sing a song" Louis Armstrong

woensdag 28 augustus 2013

Diana Jones, Museum of Appalachia Recordings.

Diana Jones heeft in haar discografie twee albums die ik als mp3 eens toegestuurd kreeg en haar carrière hebben vormgegeven en mij bovendien bij de lurven grepen; Imagine Me en The One That Got Away uit 1997 en 1998. Op die albums laat Jones horen een storyteller van de beste soort te zijn. Diana Jones staat met beide benen stevig in de traditionele muziek uit de Amerikaanse Appalachen. Sinds 1997 brengt ze om de paar jaar een album uit, dat telkens weer ijzersterk materiaal herbergt. Zo ook op haar nieuwste; Museum Of Appalachia Recordings, een album dat ze vrijwel live opnam in Peter’s Cabin in het Museum of Appalachia in Clinton, Tennessee, i.p.v. in een studio. Op dit album wordt ze slechts bijgestaan door een tweetal muzikanten en onder het genot van een haardvuur. In haar eigen bewoordingen een setting en feel die passend is bij de oude folkmuziek en zoals men dit in vervlogen tijden niet anders deed.


Jones heeft op haar zevende album haar roots als nooit tevoren weten vast te leggen in elf ijzersterke Appalachen folk songs die terug gaan naar de oude verhalen die ze van haar, inmiddels overleden, grootvader meekreeg en zich in haar hoofd(en hart) bleven aandienen terwijl ze de afgelopen jaren druk was, in hotels verbleef, in kleedkamers was en in toerbussen rondreed. Deze songs brachten haar terug naar de basis, gaven rust en ruimte en moesten door haar verteld worden. Alle songs zijn kort en bondig en zijn van een heerlijk ongecompliceerde eenvoud. Slechts opgeluisterd door gitaar, banjo, fiddle en mandoline zingt Jones zich door de folksongs heen met haar geheel eigen en aparte stem die door haar sound en wellicht enige technische vervorming zo uit de jaren twintig of dertig van de vorige eeuw naar hier getransporteerd lijkt te zijn.


Ze neemt de luisteraar mee in de verhalen over drank(misbruik) Drunkyard’s Daughter, mishandeling Sparrow, liefde en verlaten worden Ohio en verleiding Satan. Uitschieters noemen is niet nodig. Van begin O Sinner tot einde The Other Side weet ze volop te boeien al zijn Goldmine en de afsluitende songs Tennessee, over hoe een streek troost kan bieden, en het a capella The Other Side persoonlijke favorieten. Matt Combs en Shad Cobb vullen de composities mooi in met hun traditionele instrumenten en bassist Joe DeJarnette vult aan. Verder is er te genieten van achtergrondvocalen door Laurelyn Dossett en John Lilly. Jones bewijst alweer dat ze naast wellicht bekendere namen als Gillian Welch en Alison Krauss tot de top van de Appalachen folk behoort.


Gastschrijver, Arjan Post

Releasedatum, 8 juli 2013 Proper
Webpage, www.dianajonesmusic.com

1 opmerking:

  1. Dit album had een zeer grote gewenningstijd bij mij nodig, in tegenstelling tot de vorige drie cd's. Voor mij is Ohio het absolute hoogtepunt van het album. Wederom een mooie recensie, Arjan.

    Groet,
    Theo

    BeantwoordenVerwijderen